maandag, juni 07, 2004

Pentagon acht martelingen terroristen legaal

NEW YORK - De Amerikaanse regering hoeft het in bijzondere gevallen niet zo nauw te nemen met de internationaal geldende regels die marteling verbieden. Amerikaanse juristen hebben hierover voor het Pentagon een lijvig stuk opgesteld dat rond de aanval op Irak in het voorjaar van 2003 gereedkwam.
Hun advies luidde: Martelen mag indien de president dat als hoogste bevelhebber noodzakelijk acht voor het land. Een folteraar die meent met marteling een ernstig gevaar voor het land te kunnen afwenden, zou zich bovendien kunnen beroepen op zelfverdediging. Het stuk bevatte voorts een uitgebreide specificatie van talrijke geoorloofde ondervragingstechnieken, omdat er behoefte was aan een "minder verkrampte kijk op wat martelen is en wat niet".
Het Amerikaanse dagblad The Wall Street Journal heeft maandag bericht de ontwerptekst van dit uiterst geheime stuk, gedateerd 6 maart 2003, te hebben ingezien. De uiteindelijke versie was volgens de krant enkele dagen later waarschijnlijk nauwelijks anders dan het uitgelekte ontwerp.
De juridische analyse stelt dat "niets belangrijker is dan het verkrijgen van inlichtingen die vitaal zijn voor de veiligheid van talrijke Amerikanen. Daarbij is het mogelijk dat de normale regels over marteling niet van toepassing zijn". De president heeft als opperbevelhebber vrijwel onbeperkte macht in geval van een oorlog.
De juristen maakten het rapport voor minister van Defensie Rumsfeld. Hij kreeg in 2002 klachten van commandanten van het Amerikaanse gevangenenkamp aan de Baai van Guantánamo. Ze stelden daar dat de gedetineerde, vermoedelijke terroristen met inachtneming van de bestaande regels te weinig spraakzaam bleken. De juristen wisten vervolgens raad. Zij stelden in hun rapport dat de president niet is gehouden aan de regels. Zijn ondergeschikten die martelen, kunnen voorts niet worden vervolgd door de Amerikaanse justitie omdat ze handelen in opdracht van de opperbevelhebber.
"De president is gemachtigd, ondanks nationale en internationale wetten die marteling beperken, als opperbevelhebber om bijna alle fysieke of psychologische acties tijdens een ondervraging goed te keuren."
Een voorman van een juridische actiegroep, Michael Ratner, uitte voor de Wall Street Journal zijn verbijstering: "De claim dat de president als opperbevelhebber ook de macht heeft om te laten folteren is ongehoord (..). Wat zou de reactie zijn indien mensen die terechtstaan wegens gruwelen in voormalig Joegoslavië deze verdediging zouden aanvoeren?"
Critici menen dat het uitgelekte rapport indruist tegen de belofte van Washington zich te houden aan de VN-conventie die marteling verbiedt. De VS ratificeerden deze conventie in 1994. Het is niet duidelijk of de Amerikaanse autoriteiten daadwerkelijk veel met de juridische openbaringen hebben gedaan.
Evenmin is het bekend of president Bush het stuk ooit heeft gezien. De commandant van het kamp Guantánamo, generaal James Hill, zei wel dat hij in april 2003 van Rumsfeld een lijst van 'geoorloofde ondervragingstechnieken' kreeg. De minister moest voor het gebruik van vier van de uitspelde technieken speciaal toestemming geven. Die zijn slechts gebruikt tegen twee gevangenen volgens Hill.
"Guantánamo is een professioneel en humaan kamp, waar opsluiting en ondervragingen plaatsvinden in overeenstemming met de wet en het Amerikaanse karakter", aldus de generaal. Sommige opstellers van het rapport hebben later bezworen dat het juist was bedoeld om ongecontroleerde en geïmproviseerde uitwassen uit te sluiten.
(Bron)

Als dit gerechtvaardigd is, dan is er ook behoefte aan een "minder verkrampte kijk op wat terrorisme is en wat niet".

Geen opmerkingen: