Op jacht met hete ogen
Op grote diepte verwarmen zwaardvissen hun ogen om hun prooi sneller te kunnen zien, zo blijkt uit onderzoek.
Verwarmde oogballen blijken tien keer zo snel te werken als oogballen die dezelfde koude temperatuur van het oceaanwater aannemen, aldus een studie van de universiteit van Queensland in Australiƫ.
Het was bij wetenschappers al bekend dat de ogen en bepaalde hersendelen bij grote oceaanbewoners zoals zwaardvissen, tonijn en sommige haaiensoorten, in de diepzee warmer zijn dan de rest van het koudbloedige lichaam.
Zwaardvissen (Xiphias gladius) hebben een speciaal orgaan vlakbij hun ogen, die zo groot als een tennisbal zijn, dat de oogballen 10 tot 15 graden Celsius kan opwarmen ten opzichte van de omringende temperatuur.
Die verhitting kost echter veel energie en wetenschappers vroegen zich daarom af waar dit verschijnsel toe diende.
Wetenschapper Kerstin Fritsches en haar collega?s achterhaalden die reden tijdens proeven op een onderzoeksschip dat over de Pacific voer.
Bij vers gevangen zwaardvissen werd direct het netvlies verwijderd dat vervolgens aan temperaturen variĆ«rend van 5°C tot 25°C werd blootgesteld. Tijdens die temperatuurwisselingen kreeg het netvlies lichtflitsen te verduren van verschillende intensiteit. Daarbij werd de reactiesnelheid van het netvlies gemeten, waaruit bleek dat die snelheid aanzienlijk toenam naarmate de temperatuur steeg.
Volgens Fritsches is die reactiesnelheid van essentieel belang tijdens de jacht in de diepzee. Met verwarmde ogen kan dat vermogen sterk worden opgevoerd.
"Zwaardvissen bewonen een soort virtuele woestijn, met slechts weinig prooidieren die zich verspreid over grote afstanden in de idonkere diepte ophouden, zoals bijvoorbeeld inktvissen. Wanneer ze een prooi opmerken is het vermogen om razendsnel te kunnen reageren essentieel voor het bemachtigen van de prooi."
(Bron)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten