Stel je voor: je hebt een tuin in een buitenwijk van een stad. Gewoon, gras, struiken, een boom, planten. Je bent er nu ruim twee jaar mee aan het klussen en dat werpt z'n vruchten af: je ziet steeds meer insekten en meer vogels, en vooral: meer soorten.
Je bent weer bezig geweest met dood spul weghalen, takken van de wilg zo leiden dat ie niet de halve tuin overneemt, kijken of de lisdoddes het goed doen en dat soort dingen.
Dan even pauze. Op het terras zit je te denken dat je die aucuba nog steeds niet mooi kunt vinden - hij staat op een ruime meter van het terras en okee, hij is wintergroen, maar in de winter zit je doorgaans weinig op het terrasje en vanuit de huiskamer kun je 'm niet zien. Misschien toch maar weghalen en die nieuwe vlinderstruik daar neerzetten.
Plots komt er een luid piepende mus aanvliegen die z'n snavel houdt zodra ie in de aucuba zit, de kat gaat er tegelijkertijd achteraan en schrikt van wat er achter die mus aanzat - een vogel die ik pas zie als ie op de schutting boven de aucuba zit. Een sperwer.
Ja, die heb ik vaker gezien. Nee, die is niet zeldzaam of zo. Nee, het is niet heel erg verbazingwekkend om een sperwer hier te zien.
Maar wat een verpletterende ervaring als zo'n beest op een meter of anderhalf voorbij komt knallen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten