woensdag, oktober 22, 2003

Kalkoenensector vreest einde na uitbraak ziekte

OSPEL/DEN HAAG - Pluimveehouders vrezen het einde van de kalkoenensector nu de besmettelijke ziekte blackhead is uitgebroken. Deze 'zwartekoppenziekte' is vorige week bij twee kalkoenenhouderijen aangetroffen, in het Midden-Limburgse Leveroy en bij een naburig bedrijf. Er bestaat een medicijn, maar dat mag van de Europese Commissie niet gebruikt worden omdat het mogelijk kankerverwekkend is voor mensen.
De fabrikant van het verboden medicijn, Solvay, voert een proces tegen de opstelling van de Commissie, maar dat kan nog jaren duren. "Dat overleeft de kalkoenensector niet", zei T. Coumans van de vakgroep Pluimveehouders van de Limburgse Land- en Tuinbouwbond (LLTB) woensdag. Limburg geldt als het centrum van de Nederlandse kalkoenenhouderij. "Dit kan de nekslag zijn voor de sector", aldus D. van de Riet van het Productschap Vee, Vlees en Eieren. "Het komt de bedrijven zeer rauw op hun dak, met de eerste bevolking van de stallen na de vogelpest."
Blackhead wordt veroorzaakt door een eencellig organisme, dat voorkomt in eitjes van een spoelworm. Deze eitjes kwamen in de stallen van de kalkoenenhouders terecht via de verklikkippen, die na de vogelpest werden uitgezet.
In eerste instantie worden daarom de bedrijven bedreigd waar verklikkippen zijn ingezet. Ook andere bedrijven kunnen door overwaaien van blackhead worden getroffen. Voor de uitbraak van de vogelpest, begin maart, telde Limburg 800.000 kalkoenen. Uit angst voor de verspreiding van de ziekte werden alle kalkoenen in de provincie gedood. Volgens de Gezondheidsdienst voor Dieren telt Nederland nu in totaal 112 bedrijven die jaarlijks ongeveer 3,8 miljoen kalkoenen produceren. De Gezondheidsdienst meldt dat de ziekte in geen enkel opzicht kan overslaan naar mensen.
Zieke kalkoenen maken een suffe indruk en hebben een waterige ontlasting. Ze sterven binnen tien dagen aan een ontstoken blinde darm en een ontstoken lever. Heeft de ziekte eenmaal gewoed, dan betekent dat het einde van de kalkoenenstal. Omdat de eitjes van de spoelworm, en daarmee de Histomonas Meleagridis bacterie, dertig jaar kunnen overleven, kunnen er in besmette stallen geen nieuwe kalkoenen geplaatst worden.
De ziekte kan makkelijk worden verspreid, zelfs via overgewaaide zandkorreltjes die de eieren van de spoelworm meedragen. De parasiet is echter minder besmettelijk dan virusziekten als vogelpest of mond- en klauwzeer. Om die reden is bestrijding een zaak van de Nederlandse overheid zelf. De Europese Commissie bemoeit zich er niet mee, aldus een woordvoerder van de Commissie.
Dat betekent dat Europa aan Nederland en andere getroffen landen geen import- of exportverboden van kalkoenen oplegt. Ook betaalt Brussel niet mee aan eventuele vergoedingen voor geruimde kalkoenen.
De VVD riep minister Veerman (Landbouw) woensdag op het via een verkorte procedure mogelijk te maken een nieuw medicijn te gebruiken. GroenLinks wil donderdag in de Tweede Kamer een spoeddebat met de minister.
(Bron)

Wat ik stom vind, is dat er dan op tv gelijk mensen gaan roepen dat het zo erg is, omdat die beesten er dóód aan gaan. Ehm... Worden kalkoenen dan gefokt als vulling voor de paradijselijke kalkoenenbejaardenhuizen?

Geen opmerkingen: