Sfeer op Amsterdamse scholen verruwt
Het college van B&W van Amsterdam heeft een zogenaamde quickscan uitgevoerd naar de interculturele verhoudingen en problemen op de scholen voor voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs in de hoofdstad. Daaruit blijkt dat er op de meerderheid van de scholen sprake is van een verruwing in de omgangsvormen tussen leerlingen onderling, tussen leerlingen/ouders en leerkrachten/schoolleiding. Ook is sprake van een toename van conflicten tussen groepen leerlingen. De verruwing van omgangsvormen doet zich het meest voor op scholen voor praktijkonderwijs en (v)mbo. Echter niet op alle scholen in dezelfde mate.
Het onderzoek naar etnische spanningen en problemen werd uitgevoerd op 24 scholen. Uit een eerder onderzoek onder 25 basisscholen werden gelijksoortige conclusies getrokken.
Uit het recente onderzoek blijkt tevens dat docenten gedemotiveerd raken. Zij vinden het schoolklimaat onveilig en voelen een kloof tussen hen en leerlingen.
Enkele onderzoekgegevens inzake de interculturele verhoudingen:
-> Op 17 van de 25 bezochte scholenlocaties zijn de interculturele verhoudingen tussen leerlingen redelijk tot goed en zijn de verhoudingen afgelopen jaren niet gewijzigd.
-> Op 4 van de 25 scholen zijn de interculturele verhoudingen goed en de afgelopen jaren verbeterd, mede doordat scholen intensief intercultureel beleid hebben gevoerd.
-> Op 4 van de 25 bezochte scholen is er (incidenteel) sprake van spanningen tussen leerlingen met een andere culturele achtergrond of religieuze overtuiging.
-> op twee locaties voor MBO zijn de verhoudingen minder goed geworden doordat Marokkaanse jongens - met name in de nasleep van incidenten - radicale uitlatingen deden waardoor zij in conflict zijn gekomen met leerlingen uit andere groepen.
-> Op één HAVO/VWO-afdeling zijn de verhoudingen na incidenten kortstondig verscherpt, doordat streng gelovige Marokkaanse meisjes probeerden om islamitische regels op te leggen aan minder of niet gelovige Marokkaanse en autochtone meisjes.
-> Op één school voor praktijkonderwijs is al jaren sprake van een dominante groep Surinaams/Antilliaanse meisjes die verbaal niet sterke of in uiterlijk afwijkende meisjes pesten of buiten sluiten, wat op dit moment ten koste gaat van de autochtone meisjes.
Bij Marokkanen en Turken vermindert de binding met Nederlandse maatschappij.* Sinds ongeveer 6 jaar geleden - en versterkt door de aanslagen in New York - voelen Marokkaanse en Turkse leerlingen zich minder geaccepteerd in de Nederlandse samenleving, zijn zij zich meer gaan bezighouden met hun moslimidentiteit in relatie tot de Nederlandse maatschappij.
Vooral Marokkaanse (v)mbo leerlingen uiten steeds vaker antiwesterse denkbeelden, die niet zozeer tegen andere leerlingen als wel tegen het systeem zijn gericht (docent, school, politie, media, 'Nederlandse vrijheden zoals kritiek op godsdienst', het westen, VS etc.). Een klein percentage van de Turkse en Marokkaanse leerlingen op HAVO/VWO en MBO 3 & 4 radicaliseert in die zin dat zij een streng religieuze levensstijl combineren met extreme antiwesterse opvattingen en verbitterde ideeën over (kansen in) de Nederlandse samenleving. Overigens zonder dat zij een negatieve houding aannemen tegenover onderwijs, docenten of leerlingen.
Bij een toenemend aantal Marokkaanse leerlingen (grove schatting 50%) en in mindere mate Turkse leerlingen vermindert de binding met de Nederlandse samenleving, in die zin dat zij negatief denken over hun toekomstkansen in Nederland, zich nauwelijks identificeren met Nederland(ers), de moslimidentiteit als bindende factor ervaren en regelmatig antiwesterse en intolerante denkbeelden uiten.
*Het betreft hier Marokkaanse en Turkse leerlingen uit islamitische georienteerde gezinnen.
(Bron, onderzoek in PDF-formaat
Geen opmerkingen:
Een reactie posten