OM eist zes jaar en negen maanden tegen Samir A.
AMSTERDAM - Het Openbaar Ministerie (OM) heeft maandag voor het gerechtshof in Den Haag zes jaar en negen maanden cel geƫist tegen de 19-jarige terreurverdachte Samir A. Aanklager G. Haverkate houdt hem verantwoordelijk voor het voorbereiden van aanslagen in Nederland en medeplichtigheid aan een overval op een supermarkt in 2004.
De rechtbank in Rotterdam sprak Samir A. in april hiervoor nog vrij. Dat gebeurde wegens gebrek aan bewijs. Volgens de rechtbank bleek wel een "bovengemiddelde belangstelling voor religieus extremistisch geweld bij A.". Dat was echter nog geen concreet bewijs dat hij aanslagen voorbereidde, concludeerden de Rotterdamse rechters.
Justitie had meer intenties op tafel moeten leggen voor een veroordeling. Samir A. had dicht tegen uitvoering van een aanslag aan moeten zitten. Hij had ook niet de juiste spullen in huis om aanslagen voor te bereiden, vond de rechtbank.
Advocaat-generaal Haverkate zei maandag tijdens de opsomming van de bewijzen die hij tegen Samir A. aanvoert, dat hij de overwegingen van de rechtbank voor de vrijspraak niet deelt en soms ook niet begrijpt. "Elke bladzijde van dit dossier ademt het woord bomaanslag uit", benadrukte hij.
Haverkate meent dat er wel degelijk voldoende bewijs is dat duidelijk maakt dat Samir A. de intentie had om aanslagen te plegen. Zo blijkt uit zijn zelfgemaakte plattegronden en schetsen voorzien van aantekeningen, dat hij specifieke doelen op de korrel had. Het ging dan onder meer om de Tweede Kamer, de kerncentrale in Borssele, Schiphol, het ministerie van Defensie en het gebouw van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD).
De aanklager wees er ook op dat bij de huiszoeking bij A. materialen zijn gevonden, waaruit duidelijk blijkt dat hij een explosief wilde maken. Dat een deel van dit materiaal ondeugdelijk bleek voor het maken van een bom doet niets aan zijn intenties voor een bomaanslag af, constateert Haverkate. "Ook is het mogelijk dat hij ergens anders wel deugdelijk materiaal had, waarvan het bestaan nog niet bekend is geworden."
Eveneens had Samir A. spullen in zijn woning liggen, waaruit volgens Haverkate heel duidelijk blijkt dat de verdachte "een extremistische moslim is die er niet voor terugdeinst zijn denkbeelden door geweld te verwezenlijken". "Dat blijkt onder andere uit de videobanden over de Jihad en onderdelen van wapens die bij hem zijn gevonden", meende de aanklager. "Ook heeft hij zelf aangegeven dat zijn kind onder het motto van de Jihad moet worden opgevoed."
(Bron)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten