vrijdag, februari 17, 2006

'Leeftijdsdiscriminatie in supermarkten is zaak De Kneus'

UTRECHT - De Commissie Gelijke Behandeling (CGB) wil dat minister De Kneus van Sociale Zaken het personeelsbeleid in de supermarktbranche nader onderzoekt. De commissie stelde dinsdag vast dat sprake is van een "opvallende" daling van medewerkers vanaf 18 jaar, mede door wetgeving. De CGB roept daarom de supermarktbranche op leeftijdsdiscriminatie aan te pakken.
"Onbetwist staat vast dat in de supermarktbranche de leeftijd van een hulpkracht een rol speelt bij de werving en selectie", aldus de CGB. Ook worden bepaalde leeftijdsgroepen getroffen doordat tijdelijke contracten van vakkenvullers en caissières van 18 jaar en ouder dikwijls niet worden verlengd, terwijl op datzelfde moment wel jongeren worden aangenomen.
De commissie besloot vorig jaar het personeelsbeleid van supermarkten onder de loep te nemen op verzoek van de jongerenvakbond van het CNV, die tientallen klachten over discriminatie had binnengekregen. Zo kregen twintigers volgens CNV Jongeren ronduit te horen dat ze te oud zijn om te solliciteren naar een baan als vakkenvuller of caissière.
Uit de cijfers die de CGB van de branche heeft ontvangen, blijkt dat meer dan de helft van de medewerkers in supermarkten tussen de 15 en 23 jaar is. Daarvan is weer verreweg het grootste deel 16 tot 19 jaar.
De opvallende daling na 18 jaar hangt volgens de commissie samen met wetgeving. Zo biedt de Wet flex en zekerheid de werkgevers de mogelijkheid om werknemers maximaal drie tijdelijke contracten aan te bieden. Daarnaast maakt de wetgever zelf een koppeling tussen leeftijd en loonkosten met het minimumloon en mag voor een functie van hulpkracht onderscheid worden gemaakt op grond van leeftijd.
De CGB onderkent dat supermarkten een winstoogmerk hebben en de loonkosten zo laag mogelijk willen houden. Ook kunnen functies als vakkenvuller uitermate geschikt zijn voor jonge, onervaren werknemers en is het bij het aangaan van een contract met een dergelijke hulpkracht geoorloofd om onderscheid te maken op basis van leeftijd. Mits bij de werving uitdrukkelijk wordt vermeld dat het om een zogenoemde startersfunctie gaat.
Maar volgens de commissie is er "vrijwel geen objectieve rechtvaardiging te vinden" voor het maken van leeftijdsonderscheid bij het laten eindigen van een arbeidsrelatie. Alleen in uitzonderlijke gevallen, zoals een afspraak in een sociaal plan met vakbonden wegens een dreigend faillissement, kan dergelijk onderscheid worden gemaakt.
(Bron)

Geen opmerkingen: