dinsdag, maart 14, 2006

Nederlanders slapen te weinig

UTRECHT - Nederlanders slapen gemiddeld genomen 7 uur en 20 minuten. Jan Modaal gaat om half twaalf naar bed, slaapt 10 minuten later in en staat om zeven uur weer op. Dat is opvallend weinig en vooral veel minder dan enkele decennia geleden. Dat blijkt uit onderzoek van de Universiteit Utrecht.
Ook uit buitenlands onderzoek blijkt dat mensen in de afgelopen veertig jaar per nacht maar liefst een compleet uur minder zijn gaan slapen. In tien jaar tijd nam bijvoorbeeld ook de hoeveelheid slaap van studenten al af met gemiddeld een half uur. Geschat wordt dat mensen zo'n 90 procent slapen van wat ze zouden moeten (per nacht zeven uur en een kwartier in plaats van acht uur).
Gevolg is dat ruim 43 procent van de Nederlanders vindt dat zij te weinig slapen, en de helft moe is bij het opstaan (15 procent is zelfs zeer moe). Maar liefst een kwart maakt zich zorgen over of ze wel genoeg slapen en 60 procent zou graag meer energie hebben. Eén op de zes mensen valt soms wel eens in slaap op een sociale gelegenheid (bioscoop, feestje), en bij twee procent van de Nederlanders gebeurt dat zelfs regelmatig.
Volgens de Utrechtse slaap- en droomdeskundige Victor Spoormaker bouwen de meeste mensen zo langzaam maar zeker een slaaptekort op, ook wel een slaapschuld genoemd. Veel langer slapen in het weekend of vakantie kan daar een teken van zijn. "Mensen die doordeweeks te weinig slapen krijgen op den duur een chronisch tekort aan slaap. Ze functioneren nog wel, maar verre van optimaal".
Dit geldt vooral voor de mensen die pas laat moe worden, de zogeheten avondmensen. Voor hen is de 9 tot 5 mentaliteit fnuikend. Voor ochtendmensen is doordeweeks vroeg opstaan geen probleem, want zij staan ook zaterdag en zondag voor acht uur op. Maar voor de één op de drie Nederlanders die volgens dit onderzoek na twaalven naar bed gaat (3 procent zelfs na half twee) is dit wel een probleem.
Mensen die pas na twaalven moe worden slapen gemiddeld een vol uur minder dan mensen die voor elf uur in bed liggen. Spoormaker: "Dat zijn dus degenen die maandagochtend pas na drie bakken koffie hun ogen open kunnen krijgen."
Klachten van avondmensen over het vroege opstaan worden doorgaans weinig serieus genomen. Zeer onterecht, volgens Spoormaker. "Ons slaap-waak ritme wordt geregeld door de hersenen; daar valt niet zoveel aan te sleutelen. Hoe laat we moe ? en wakker ? worden lijkt zelfs genetisch bepaald te zijn." Daarbij heeft slaperigheid serieuze gevolgen: verminderd concentratievermogen, slechter functioneren, meer negatieve emoties en psychische stoornissen.
In het ergste geval kan te weinig slaap zelfs leiden tot verkeersongevallen (geschat wordt dat 20-30 procent van de verkeersongevallen met slaperigheid te maken heeft). Mannen die zes uur of minder slapen hebben bijvoorbeeld twee keer zoveel kans om vroegtijdig te overlijden dan mannen die zeven of acht uur slapen.
Avondmensen uit laten slapen kan veel ellende en geld schelen. Spoormaker: "Als een avondmens de mogelijkheid krijgt om rond elf uur op kantoor te komen, zal zijn of haar productiviteit fors toenemen".
Het onderzoek is naar buiten gebracht in het kader van de eerste Nationale Slaapdag. Op zaterdag 25 maart kunnen geïnteresseerden zich op verschillende plaatsen in Nederland verdiepen in het waak- en slaapritme. De zomertijd gaat hetzelfde weekeinde in.
(Bron)

Met meer licht (en goed weer) heb ik duidelijk minder slaap nodig dan met somber, koud weer. Hippo's zouden aan een winterslaap moeten doen.

Geen opmerkingen: