Ik blijf het cadeautjes vinden, dit soort oktoberdagen. Beginnen met nevel, daarna strakblauwe luchten, 17 graden in de schaduw, en in de zon is het alweer pellen: jas uit, ogen dicht, genieten.
Wie de ogen openhoudt ziet mooie dingen. Blad dat naar beneden dwarrelt en oplicht in de zon, vlinders die nog druk rondfladderen, boterbloemen en paardebloemen die na de laatste maaibeurt gewoon weer fanatiek in bloei staan, een lieveheersbeestje dat in volle vaart voorbij komt.
Alsof we vast een voorproefje lente krijgen. Maar zelfs wanneer de zon op z'n hoogst staat, lijkt alle licht strijklicht. En door een paar koude nachten zijn veel struiken de mooiste verkleuring al voorbij. Je ziet nu ook wat de invloed van standplaats is: op sommige plekken staan fluweelbomen als stoplichten, rood-oranje-groen. Op andere plekken zijn ze al volledig kaal. Kwestie van op de wind staan? Andere grond of vochtvoorziening? Geen idee.
Het lente-achtige heeft ook andere effecten, zo lijkt het. Bij de supermarkt zat een iets te groot jongetje in de elektrische auto. Een meisje wilde erbij, en toen hij geen plaats maakte, klom ze er gewoon bovenop. Dat leidde niet tot ruzie. Jongetje ging meisje uitleggen hoe alles werkte. Meisje was niet zo geboeid, wat de interesse van het jongetje alleen maar leek aan te wakkeren.
Toen haar moeder zag dat ze op de neus van het autootje zat, riep ze haar. "Clementine! Hier komen!" Het meisje klauterde van het autootje af en liep naar haar moeder. Het jochie zat stil, keek vaag voor zich uit en zei dromerig: "Clementine... Ze heet Clementine..."
Geen opmerkingen:
Een reactie posten