Poezen van bont in de ban

AMSTERDAM - De organisatie Bont voor Dieren heeft een aantal cadeauwinkels en tuincentra opgeroepen geen decoratieve poezenbeeldjes van echt bont meer te verkopen. Goede informatie over de populaire beestjes ontbreekt. Het konijnenbont, waarvan de net echte poezen zijn gemaakt, kan ook afkomstig zijn van de vacht van een hond of kat.
Bont voor Dieren liet woensdag weten te willen dat Xenos, de Kijkshop, Action en tuincentrum Groenrijk de uit China afkomstige poezen uit de verkoop halen. Groenrijk heeft aan die oproep gehoor gegeven, de andere ketens hebben toegezegd na verkoop van de huidige voorraad de schappen niet meer bij te vullen.
Klanten weten onvoldoende over samenstelling en herkomst van de poezenbeeldjes. Bont voor Dieren vindt dat klanten de poezenbeeldjes terug moeten kunnen brengen.
De inkopers van de bedrijven zeggen dat het om konijnenbont gaat. Voor Bont voor Dieren maakt het niet uit welk dier het betreft, omdat de organisatie alle gebruik van bont afwijst. DNA-onderzoek heeft volgens de groep echter aangetoond dat het risico groot is dat de poezenbeeldjes zijn gemaakt van huisdierenbont. De Marskramer en Intratuin besloten al eerder na een brief van Bont voor Dieren de verkoop van poezenbeeldjes van bont te staken.
Vorig jaar heeft het Academisch Medisch Centrum Amsterdam, in opdracht van Bont voor Dieren, een groot aantal bontartikelen getest op DNA van honden en katten. Uit dit onderzoek kwam ook een poezenbeeldje, vergelijkbaar met die uit het assortiment van de betreffende winkelketens, gemaakt van hondenbont.
Er is veel honden- en kattenbont in de handel. Dat komt vooral uit Aziatische landen, zoals China. In dat land worden elk jaar 2 miljoen honden en katten gefokt voor bont. Voorheen werden veel van deze producten uitgevoerd naar de Verenigde Staten. In 2000 is echter een import- en handelsverbod voor honden- en kattenbont in de Verenigde Staten afgekondigd, waardoor steeds meer producten een weg vinden naar Europa en dus ook naar Nederland.
CDA-minster Veerman van Landbouw heeft begin juli in een brief aan de Tweede Kamer aangegeven dat hij geen enkel bezwaar heeft tegen de verkoop van honden- en kattenbont in Nederland. Hij weigert de handel te verbieden. Hij wil deze wel binnen de Europese Unie ter sprake brengen.
(Bron)