maandag, maart 15, 2004

Nationaal Coördinator waakt over veiligheid

DEN HAAG - Of het nu gaat om brandstichting in de Turkse ambassade in Den Haag of een vermoedelijke al-Qaeda-aanslag in Madrid, de Nederlandse overheid volgt altijd dezelfde procedure. Een hoofdrol is hierbij weggelegd voor de Nationaal Coördinator Bewaking en Beveiliging (NCBB).
De functie van NCBB werd ingesteld naar aanleiding van het rapport van de commissie-Van den Haak, die de moord op Pim Fortuyn onderzocht. Sinds 1 oktober zit A. Jonge Vos op die plek. Hij valt onder de ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie.
Jonge Vos zamelt informatie in bij het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD), bij de Algemene Inlichtingen en Veiligheidsdienst (AIVD) en bij de Militaire Inlichtingendienst (MID). Ook maakt hij gebruik van zogeheten 'open bronnen', waar iedereen bij kan.
Bij verontrustende informatie of een incident neemt hij het voortouw. De nationaal coördinator beoordeelt de informatie, roept vertegenwoordigers van de betrokken diensten bij elkaar en zit het overleg met hen voor. Het is de bedoeling dat hieruit een advies voortkomt.
Dat gaat vervolgens naar de zogeheten evaluatiedriehoek. Dit is op lokaal niveau het trio hoofdcommissaris van politie, burgemeester en hoofdofficier van justitie. Als het om een landelijke dreiging gaat, is dat in elk geval de NCBB zelf, de directeur-generaal rechtshandhaving van het ministerie van Justitie en de directeur-generaal openbare orde en veiligheid van het ministerie van Binnenlandse Zaken. De coördinator ziet erop toe dat de adviezen ook worden uitgevoerd.
De veiligheidsmaatregelen die de driehoek kan treffen, zijn legio. Het kan gaan om onderzoek van spoorbanen of het opwerpen van roadblocks tot inzet van pantservoertuigen en scherpschutters. De oplopende schaal van maatregelen is op lokaal niveau hetzelfde als op landelijk niveau, geheel in lijn met de filosofie dat elke dreiging en elk incident volgens dit 'stelsel bewaken en beveiligen' moet kunnen worden behandeld. Het laat alle ruimte om al naar gelang de situatie te bepalen wat er moet gebeuren.
Naast het stelsel bestaat er een 'nationaal handboek crisisbesluitvorming'. Dit wordt uit de kast gehaald als de nood echt aan de man is. Net zoals het stelsel bewaken en beveiligen bevat dit handboek procedures die op allerlei soorten situaties van toepassing kunnen zijn.
Hierbij komt ook het Nationaal Coördinatiecentrum (NCC) in beeld. Dit centrum is er, zoals de naam al zegt, voor de coördinatie tussen de betrokken instanties. Het is een misverstand dat het NCC alleen "bij elkaar komt'' in tijden van nood. Het centrum, op de vijftiende verdieping van het ministerie van Binnenlandse Zaken, wordt permanent bemand, en regelt ook de samenwerking bij kleinere crises. Zo kan het NCC menskracht regelen als er zich in een politieregio een ernstige situatie voordoet, waarvoor onvoldoende personeel voorhanden is.
Het handboek werd begin dit jaar nog geraadpleegd, bij het uitbreken van de vogelpest in Azië. Toen werd er een interdepartementaal beleidsteam gevormd, dat op het hoogtepunt van de dreiging tweemaal per week bijeenkwam om de situatie te bespreken. Het bestond uit ambtenaren van de ministeries die er direct bij betrokken waren. Zo'n team was er ook vorige zomer, in verband met de hitte, en tijdens de voorbereiding van het EK voetbal in 2000.
Een dergelijk team naar aanleiding van de aanslagen in Madrid is nog niet gevormd. Het NCC is ook nog nauwelijks betrokken geweest bij de nasleep van de aanslagen. Het heeft alleen een beleidsbrief verstuurd.
(Bron)

Geen opmerkingen: