Helft Nederlanders besteedt vakantiegeld aan vakantie

AMSTERDAM - Bijna de helft van alle Nederlanders besteedt het vakantiegeld dat ze veelal in mei of juni ontvangen daadwerkelijk aan de vakantie. Eén op de vier Nederlanders zet het liever op een spaarrekening en 17 procent gebruikt het voor onvoorziene uitgaven. Bijna niemand (1 procent) zet vakantiegeld opzij als oudedagvoorziening.
Dat zijn de resultaten van een representatief onderzoek dat is uitgevoerd onder bijna 700 Nederlanders door pensioenverzekeraar Zwitserleven en onderzoeksbureau TNS NIPO.
Het onderzoek richtte zich op de besteding van het vakantiegeld van Nederlandse mannen en vrouwen van 18 jaar en ouder die minimaal 15 uur per week in loondienst zijn. Van de ondervraagden ontvangt 96 procent dit jaar vakantiegeld. Daarvan weet 92 procent waar ze dit geld aan gaan besteden. Naast vakantie, sparen en onvoorziene uitgaven worden ook onderhoud van de woning (12 procent), achterstallige rekeningen (10 procent), kleding en schoenen (8 procent) of onderhoud van de auto (7 procent) regelmatig genoemd.
Marco Keim, algemeen directeur Zwitserleven, vindt het prima dat vakantiegeld vooral voor vakantie gebruikt wordt. "Maar wij attenderen mensen graag op het belang van sparen om ook later onbezorgd te kunnen blijven genieten. Dat kan een pensioenvoorziening of een sabbatical zijn. Met een steeds verder terugtrekkende overheid komt de verantwoordelijkheid voor dit soort zaken steeds meer bij de mensen zelf te liggen. Dat is nog onvoldoende bekend".
Uit het onderzoek blijkt het pensioenbewustzijn wel te verbeteren. Twee op de vijf Nederlanders zet wel degelijk regelmatig geld voor een pensioenregeling opzij. Gemiddeld wordt per jaar 1360 euro gereserveerd. Mensen jonger dan 35 jaar doen dit minder (33 procent) dan personen van 35 jaar en ouder (44 procent). Ook blijken mannen vaker dan vrouwen regelmatig geld opzij te zetten (respectievelijk 43 procent en 35 procent). Mannen reserveren niet alleen vaker maar ook meer geld voor een pensioen dan vrouwen (1560 euro per jaar ten opzichte van 990 euro).
(Bron)