In de bus:
'Tis warm hè.'
'Nou, tis warm, zeg dat wel.'
'En het wordt nog warmer hè.'
'En als het nou lèkkere warmte was, maar nee.'
'Tis gelijk zo klef, niet zoals in het zuiden, daar is warm lèkker warm.'
'Hier is het zo vochtig, en het duurt nooit lang.'
Het is best een vak om hoe dan ook over het weer te zeiken. Het is te koud, te warm, te vochtig, te droog, er ligt sneeuw terwijl het droog moet blijven of er is ijs en het sneeuwt ook nooit eens, en als alles redelijk is, dan waait er wel een verkeerde wind of het is mistig.
3 opmerkingen:
Och, wij hèbben tenminste weer, een natte warme winter en een warme droge zomer zoals in de tropen geeft niet veel aanleiding om een praatje te maken.
Lijkt me reuzesaai:)
Mij ook, en wat dacht je van die wolkenluchten...
Ik haat alleen die belachelijke warmte van boven de 27. De rest, prima.
Een reactie posten