woensdag, februari 18, 2009

Man hoort zes jaar cel tegen zich eisen na aanval met bijl op echtgenote

LEERDAM - Het bloed spat op het dekbed. ‘Mijn laatste uur is geteld’, denkt een vrouw uit Leerdam, als ze doodsbang haar ogen opent. Ze is abrupt uit haar slaap gewekt door haar echtgenoot. De man houdt dreigend een bijl boven zijn hoofd. ,,Nu ga jij naar mij luisteren,’’ schreeuwt hij. Dan hakt hij in op haar benen.
De vrouw gilt het uit van angst. Trappelend met haar benen probeert ze haar razende echtgenoot op afstand te houden. ,,Blijf stil liggen,’’ commandeert hij haar. Zeven tot tien keer slaat de man met de vlijmscherpe bijl in op haar onderlichaam en het bed. Het laken scheurt en kleurt rood van haar verwondingen.
Dan houdt het hakken plotseling op. Even onverwachts als de man de kamer binnen kwam stormen, verdwijnt hij weer. De vrouw belt een vriendin en probeert naar buiten te sluipen. Bij de deur zakt ze in elkaar.
Vandaag stond haar 40-jarige echtgenoot terecht in de Dordtse rechtbank. Justitie nam het familiedrama, dat zich afspeelde in de nacht van zaterdag 8 november, hoog op en eiste een celstraf van zes jaar voor poging tot moord.
,,Het is nog een geluk dat er geen slagader is geraakt. Die ligt vlakbij de verwondingen aan haar rechterbeen. Vlakbij! Het had haar fataal kunnen worden,’’ houdt rechter F. van der Lugt de verdachte voor.
Om goed tot B. door te dringen steekt Van der Lugt de foto’s met bloederige vleeswonden en een verminkte voet in de lucht. ,,Ik weet het, ik weet het,’’ jammert de verdachte. Hij krimpt ineen en durft niet te kijken. De rechter blijft hem strak aankijken en houdt opzichtig het vlijmscherpe wapen omhoog. ,,Een bijl! Wat heeft u bezield?’’
Zichtbaar emotioneel vertelt B. dat hij een maand voor het drama het werktuig heeft aangeschaft. Enerzijds om de deur open te breken wanneer zijn vrouw hem zou buitensluiten - wat niet is gebeurd - en anderszijds om haar te bedreigen. Zij wilde van hem scheiden.
,,De gedachte dat ik ook mijn kinderen zou kwijtraken, liet mij niet los. Ik wilde een omgangsregeling afdwingen.’’ Als de rechter de vader erop wijst dat van een breuk met de kinderen nooit sprake is geweest, knikt B. beschaamd. ,,Wat heb ik in mijn hoofd gehaald? Belachelijk. U moet me geloven dat dit nooit, nooit meer zal gebeuren.’’
Rechter van der Lugt zegt nog niet overtuigd te zijn. Hij verwijst naar een psychologisch onderzoek, waar kans op herhaling hoog wordt ingeschat. Bovendien heeft de verdachte al eerder buitenzinnen gereageerd, tijdens een ruzie in dezelfde slaapkamer. ,,U was kwaad op uw vrouw omdat zij op de verkeerde manier in bed lag. Uit boosheid heeft u het bed doormidden gezaagd. Dat is toch niet normaal?’’
Door een psycholoog wordt B. omschreven als een depressieve man met een ontwikkelingsstoornis en narcistische trekken. Hij wordt verminderd toerekeningsvatbaar verklaard. De officier van justitie denkt dat behandeling geen zin heeft. Volgens haar is een lange celstraf op zijn plaats. De man zou met voorbedachte rade hebben gehandeld door een wapen te kopen en twee maanden vóór het incident afscheidsbrieven te schrijven. De brieven deed hij na de aanval op zijn vrouw op de post, met de bedoeling om zichzelf daarna van het leven te beroven. Waarom hij hier vanaf zag, is niet duidelijk. Hij gaf zichzelf de volgende ochtend aan bij de politie.
De advocaat van B. vraagt om een lichtere en deels voorwaardelijke celstraf mét verplichte behandeling. Poging tot moord vindt zij een te zware kwalificatie. De verdachte had slechts willen dreigen. Ook zou bij een poging tot moord het letsel veel erger zijn geweest. ,,Dan had hij niet bij het voeteneind blijven staan, maar zou hij haar op fatale plekken hebben geraakt, als het hoofd.’’
De officier vindt dat het letsel niet onderschat mag worden. Ze verwijst naar de medische ingrepen: de hechtingen en het gips om de gebroken voet. Het slachtoffer vult in een schriffelijke verklaring aan dat ze een trauma heeft opgelopen. ,,Ik heb moeten vechten voor mijn leven.’’ Ze zegt nu al te vrezen voor de dag dat haar echtgenoot vrij komt.
De uitspraak is op 3 maart.
(Bron)

Ik vond het een idioot verhaal, maar dat detail van dat doorzagen van het bed en de reden ervoor maakte het helemaal bizar.

Geen opmerkingen: