donderdag, oktober 12, 2006

'Beest van Harkstede' geeft anderen de schuld

AMSTERDAM - Op school, in het Zuid-Hollandse Ter Aar, ging het al mis met Willem van Eijk. Hij leerde er niks en haalde eigenlijk alleen maar rottigheid uit. De juf, "dat rotwijf", had "een schurfthekel" aan hem en sloeg hem om het minste of geringste met haar zegelring voor zijn "harses".
Kleine Willem vond het normaal, het stelen, vechten, mishandelen. "Ik denk dat daar de oorzaak ligt van mijn latere misdrijven. Ze hebben me daar bewust naar de klote laten gaan. En ik weet zeker dat het ertoe heeft bijgedragen dat ik hiero ben terechtgekomen", zegt Van Eijk in een van de 25 gesprekken die hij in de gevangenis voerde met Sytze van der Zee, schrijver en voormalig hoofdredacteur van dagblad Het Parool.
Van der Zee schreef het boek 'Anatomie van een seriemoordenaar', dat donderdag verschijnt, over het bewogen en gruwelijk misdadige leven van de nu 65-jarige Willem van Eijk, die de afgelopen jaren in de media de bijnaam 'het beest van Harkstede' kreeg. Van Eijk vermoordde in de jaren zeventig een meisje van 15 en een vrouw van 44. Hij werd gepakt en kreeg een langdurige celstraf en tbs (toen nog tbr) opgelegd.
In 1990 kwam hij vrij, mede door een relatie die hij tijdens zijn verblijf in - onder meer - de Van Mesdag-kliniek met een vrouw had opgebouwd. In het boek van Van der Zee komt uitvoerig naar voren dat Van Eijk eigenlijk helemaal niet 'uitbehandeld' was. Hij was, welbeschouwd, al die tijd nagenoeg onbehandelbaar gebleken, een zeer lastige man, die zelf nergens schuld aan had. Alles was altijd de schuld van anderen. Ook dat hij later weer aan het moorden sloeg.
In die zin zijn zijn woorden over zijn schooltijd exemplarisch. Na zijn schooljuf volgden er nog vele schuldigen, die zijn leven in de vernieling hebben geholpen. Van Eijk was dan misschien de moordenaar, maar de oorzaak daarvan lag niet in hemzelf. Iedereen krijgt er in de bajesgesprekken van langs, van zijn familie, zijn advocaten, zijn (ex-)vrouw Adri tot aan zijn behandelaars in de tbs-klinieken. Vooral de laatste groep moet het ontgelden.
Drie jaar na zijn ontslag uit de Van Mesdag pleegde Van Eijk opnieuw een moord. In 1995 en in 2001 sloeg hij nogmaals toe. Van Eijk woonde toen inmiddels in het Groninger gehucht Harkstede, met Adri. De slachtoffers waren telkens tippelaarsters. In 2003 kreeg 'het beest' levenslang voor deze moorden.
De kiem voor de moorddadige neigingen van Van Eijk liggen in de sadistische dromen die hij als jongeling al had. Hij droomde ervan vrouwen te verminken en te doden. Zij lagen ten grondslag aan de moorden in de jaren zeventig. De latere moorden in Groningen omschrijft Van Eijk consequent als ongelukken, dingen die hem overkwamen terwijl hij in een staat van vernauwd bewustzijn verkeerde. De lugubere dromen had hij toen naar eigen zeggen niet meer.
Over Van Eijk is vaak gedacht dat hij meer moorden op zijn geweten moet hebben. Aan schrijver Van der Zee benadrukt hij, "met de hand op mijn hart" dat het er niet meer dan vijf zijn geweest. "Twee toen en drie later, die ongelukken in Groningen." Als hij ergens niet over wil praten, zegt hij dat tegen Van der Zee, die eerder een boek schreef over de Haagse meervoudige moordenaar Koos H. . Maar liegen zal hij niet, zo bezweert Van Eijk hem.
Van der Zee worstelt hardop met de vraag of hij zijn gesprekspartner wel kan vertrouwen. Hij schrijft echter nooit het gevoel te hebben "dat hij de volle waarheid spreekt. Of dat er tenminste een kern van waarheid in zit."
(Bron)

Geen opmerkingen: