Ronduit slecht jaar voor boeren en tuinders

DEN HAAG - Na een matig 2008 voor boeren en tuinders is 2009 een jaar dat ronduit slecht is. Dat blijkt uit de jaarlijkse rapportage van LEI Wageningen UR.
Voor de agrarische ondernemersgezinnen resteert na aftrek van rente, lonen en pacht een inkomen dat de helft lager is dan dat van vorig jaar.
De situatie in de glastuinbouw wordt dramatisch genoemd.
De omvang van de productie in de land- en tuinbouw nam toe en de productiekosten daalden, maar de agrariërs kregen slechte prijzen voor hun producten.
Als enig lichtpunt noemt het onderzoeksinstituut de leghennenbedrijven, de enige sector waarin het aantal bedrijven vorig jaar een groei liet zien.
Het inkomen van een gemiddeld land- en tuinbouwbedrijf is nog net positief, aldus het LEI. Hoewel de verwachtingen voor de agrarische sector op lange termijn niet ongunstig zijn, biedt de verslechterde financiële positie van veel bedrijven weinig ruimte om te investeren in duurzaamheid of versterking van de concurrentiepositie.
In de tuinbouw daalt het inkomen dit jaar in alle sectoren. Telers van bloembollen en snijbloemen hebben nu al voor het tweede jaar een negatief inkomen.
De glastuinbouw had niet alleen te maken met lagere afzetprijzen, maar dit jaar ook nog met een hoge gasprijs. De rentabiliteit in deze sector is gedaald naar een dieptepunt.
Het inkomen van melkveehouders daalt zeer sterk door een ongekend forse daling van de prijs in de loop van dit jaar. Ook bij hen is het inkomen over dit jaar negatief en dat is niet eerder voorgekomen, aldus het LEI. Inmiddels laat de melkprijs een duidelijk herstel zien.
Volgens Eurostat, het statistisch bureau van de EU, is het reële inkomen van boeren dit jaar gemiddeld gedaald met 12,2 procent. Voor Nederlandse boeren bedroeg de achteruitgang 13,8 procent.
Het meest leverden de boeren in Hongarije in: 35,6 procent. Hun Britse collega's zagen hun inkomen met 14,3 procent stijgen.
(Bron)