Verkracht in naam van de keizer
Louise was tijdens WO II 'troostmeisje' voor Japanse soldaten. Nu vecht ze een conflict uit met haar dochter Anna, die de voor Louise bestemde schadevergoeding achteroverdrukte.
'Jugun ianfu' heetten ze eufemistisch in Japan, 'militairen troostmeisjes', en Louise Drossaarts was een van hen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd ze dagelijks verkracht door Japanse militairen. Louise is nu 93 jaar, ze woont in Indonesië maar vandaag zoemt haar naam rond in de zaal van de Amsterdamse rechtbank. Zelden zal zo misbruik zijn gemaakt van het onmenselijke leed van een ander.
Louise was 31 toen de Japanners begin 1942 Nederlands-Indië binnenvielen. Zo'n honderdduizend Nederlandse burgers kwamen in een van de ruim tweehonderd jappenkampen terecht. Een onbekend aantal Nederlandse en Indische vrouwen en meisjes werd bijeengedreven in bordelen voor 'het seksuele plezier van Japanse militairen': ze werden gedwongen tot prostitutie en kregen de naam 'troostmeisje'.
De gedachte van de Japanse machthebbers was dat het goed voor de moraal van de troepen zou zijn als soldaten zich ongegeneerd konden verlustigen aan vrouwelijk schoon. Bovendien moesten dergelijke 'voorzieningen' massale verkrachtingen van vrouwen voorkomen. De Japanse autoriteiten hadden 'geleerd' van de slachting in het Chinese Nanking, eind 1937, begin 1938. Japanse soldaten doodden daar in een orgie van geweld naar schatting driehonderdduizend Chinese soldaten en burgers en verkrachtten twintigduizend vrouwen.
Een ander 'voordeel' in de ogen van de Japanse machthebbers was dat in de bordelen en 'kieteltuinen' toezicht gehouden kon worden op de hygiëne, waardoor massale uitbraak van seksueel overdraagbare ziekten werd voorkomen. De gezondheid van de troepen mocht geen gevaar lopen.
De ervaringen van de 'troostmeisjes' zijn onbeschrijflijk. Maandenlang werden ze elke nacht door de ene militair na de andere verkracht. Velen stierven door uitputting en aan de gevolgen van geslachtsziekten. Tussen de 80- en 200 duizend vrouwen in door Japan bezette gebieden werden gedwongen tot prostitutie.
De enige militaire rechtbank die na de oorlog een oordeel velde over de seksuele slavernij, was die in Batavia. In 1948 werden enkele Japanse officieren veroordeeld voor het onrecht dat ze 35 Nederlandse vrouwen hadden aangedaan. Dat Indische vrouwen hetzelfde lot hadden ondergaan, bleef onvermeld.
Vlak voor de oorlog, in 1938, was Louise bevallen van Anna. Nu, 65 jaar later, vechten moeder en dochter in de rechtszaal een conflict uit dat nooit had mogen bestaan. De feiten zijn simpel: in oktober 1999 stapte Anna naar de stichting die de belangen van de Nederlandse 'troostmeisjes' behartigde. Daar vroeg ze naar de mogelijkheden voor een schadevergoeding voor haar hoogbejaarde moeder.
Anna vulde thuis formulieren in, vervalste de handtekening van haar moeder en liet het geld - 57.450 gulden (26 duizend euro) - storten op haar eigen rekening. Toen enige tijd later haar zus argwaan kreeg (Anna had wel erg veel geld te besteden) en ook haar hoogbejaarde moeder niet begreep waarom ze nog geen schadevergoeding had ontvangen, kwam de oplichting uit. Het geld was toen al op.
Waarom heeft ze het gedaan? Niemand weet het en Anna is vandaag niet in de rechtbank verschenen om daarop antwoord te geven. Wel verklaarde ze eerder bij de politie 'recht op dat geld' te hebben, 'want ik ben tekortgedaan ten opzichte van de andere kinderen'. Punt.
(Het vonnis: een werkstraf van 120 uur met als bijzondere voorwaarde dat Anna tienduizend euro overmaakt aan Slachtofferzorg Nederland die dit geld aan haar moeder zal geven. Betaalt Anna niet, dan mag ze nog eens 120 uur gaan werken.)
De namen van de verdachte en haar moeder zijn om privacyreden gefingeerd
(Bron
Geen opmerkingen:
Een reactie posten