Wandelaars tellen duizenden vlinders op Pieterpad

WAGENINGEN - Ongeveer tweehonderd wandelaars hebben dit weekeinde voor de Vlinderstichting tweeduizend vlinders geteld. Dit gebeurde op het Pieterpad, een 480 kilometer lange wandelroute van Pieterburen (Groningen) naar de Sint Pietersberg (Zuid-Limburg). Dat heeft de Vlinderstichting gemeld.
Voor de gelegenheid deelde de organisatie het Pieterpad op in etappes die deelnemers voor hun rekening namen. De wandelaars konden hun waarnemingen doorgeven op een website. Zondagavond rond half twaalf was bijna twee derde van het aantal tellingen binnen en waren een kleine drieduizend vlinders geregistreerd.
Het klein koolwitje werd met 1400 waarnemingen het meest gezien, gevolgd door het landkaartje met 350 exemplaren. "Van die laatste soort waren overigens veel rupsen geteld die zich nog moesten ontpoppen tot vlinders", vertelde een woordvoerster.
Meer bijzonderheden over de telling kon zij nog niet geven.In totaal telden de deelnemers negentien verschillende vlindersoorten.
Volgens vlinderexpert Kars Veling van de Vlinderstichting gooide het natte weer roet in het eten. "Er zijn relatief weinig soorten geteld. Als het mooi weer was geweest, zouden we misschien wel 25 soorten hebben geteld, ook de zeldzame."
Wat Veling opvalt aan de telling is de toename van het bont zandoogje. "Kwam die vroeger alleen in het noorden en zuiden voor, tegenwoordig zie je die ook in het midden van het land."
De bedoeling van deze telling is om een goed beeld te krijgen van de vlinders die dit weekeinde in Nederland vlogen. Volgens de Vlinderstichting zijn deze belangrijk, omdat ze kunnen worden gebruikt voor de bescherming van de vlinders.
De telling werd georganiseerd ter gelegenheid van zowel het 25-jarig jubileum van de Vlinderstichting als dat van het Pieterpad.
(Bron)

Hier in de tuin en de omgeving zie ik dit jaar ook vooral het klein koolwitje, alle vlindersoorten die ik voorgaande jaren zo vaak zag, zijn weg lijkt het. Ik zag aan het begin van het jaar een atalanta en later een kleine vos, en verder zie ik vooral nachtvlinders (heel veel huismoeders, diverse spanners en fladderaars die ik niet kon determineren).