woensdag, juni 29, 2005

De Kneus: Minima niet achteruit
Minister stoïcijns onder armoederapport van kerken

Minister De Kneus vindt dat de overheid en de kerk elkaar ?goed? aanvullen bij het bieden van hulp aan kwetsbaren in de samenleving.
Dat schrijft de minister van sociale zaken in een reactie op het rapport van de Protestantse Kerk in Nederland ?Armoede in Nederland?.
PKN constateerde begin deze maand dat de armoede toeneemt onder ouderen, eenoudergezinnen, chronisch zieken en uitkeringsgerechtigden. Driekwart van de diaconieën verleent inmiddels financiële hulp.
GroenLinks vroeg de minister om een reactie. Volgens de bewindsman heeft de kerk "ruimte om persoonlijke aandacht te geven aan individuele mensen in nood". De overheid daarentegen "waarborgt een sluitend systeem van sociale zekerheid, waarin uiteindelijk een beroep op bijstand gedaan kan worden".
Op de vraag of de minister zich herkent in het beeld dat de armoede toeneemt, schrijft hij: "De recessie heeft voor bijna iedereen geresulteerd in een vermindering van de koopkracht. Minima met kinderen en ouderen zijn er minder op achteruitgegaan dan andere inkomensgroepen."
De Kneus herkent zich niet in het beeld dat de overheid ?faalt? in de verplichting iedereen een fatsoenlijk bestaansminimum te garanderen. "De inkomenswaarborg is in de Wet werk en bijstand juist in stand gehouden. Door prestaties van gemeenten is het aantal mensen dat afhankelijk is van een bijstandsuitkering nauwelijks gestegen."
De gebruikers van de voedselbanken vormen volgens de bewindsman ?een heterogene? groep en "het kan voorkomen dat huishoudens door leningen of een plotselinge inkomensterugval in acute geldnood komen. Lokale overheden helpen burgers dan".
(Bron)

Geen opmerkingen: