vrijdag, februari 25, 2005

Psychische zorg in jeugdgevangenissen beneden maat

DEN HAAG - De vijftien jeugdgevangenissen in Nederland zijn niet in staat adequate psychiatrische zorg te leveren, terwijl er steeds meer jongeren met een stoornis in deze inrichtingen zitten. Het gaat om gedetineerden, maar ook om jongeren voor wie geen plaats was in de gewone jeugdinstellingen.
Er is veel te weinig voldoende geschoold personeel, de stoornissen van jongeren worden te laat ontdekt en de behandeling beperkt zich te vaak tot het geven van medicijnen. Dit blijkt uit een vrijdag gepubliceerd onderzoek dat de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) in 2004 deed. Naar schatting 70 procent van de jongeren in de jeugdgevangenissen heeft een psychiatrische stoornis. Hierbij zijn aanpassings- en gedragsstoornissen ook meegeteld.
Formeel moet er minimaal één verpleegkundige op vijftig jeugdigen en minimaal één psychiater op ongeveer 58 jongeren werken. Die bezetting wisselt sterk per jeugdgevangenis. Zo is er een inrichting waar geen enkele verpleegkundige werkt. In de praktijk werkt er gemiddeld één verpleegkundige per negentig jongeren en moet één psychiater ongeveer 425 jongeren helpen.
Volgens de inspectie zijn er wel voldoende gedragswetenschappers in de gevangenissen. Maar zij zijn niet goed inzetbaar voor de behandeling van de jongeren. Ze zijn veelal bezig met het coachen van het personeel. Bovendien zijn het vaak geen gezondheidszorgpsychologen.
Ook op het medicijnenbeleid in de jeugdgevangenissen valt veel af te dingen, zo blijkt uit het rapport. In vijf inrichtingen worden medicijnen voorgeschreven door de huisarts in plaats van de psychiater. Bij drie instellingen gebeurt dit soms zonder dat de huisarts zijn patiënt ziet. De groepsleiders, soms bewakers, die de medicijnen uitdelen, weten er vaak te weinig van en hebben bijvoorbeeld geen verstand van mogelijke bijwerkingen.
De medicijnen liggen uitgepakt klaar. Bij het uitdelen kan de groepsleiding hierdoor niet meer controleren of het om het juiste middel gaat. Soms delen bewakers de medicijnen uit. Vaak ontbreekt ook de tijd om te controleren of de jongeren de pillen wel echt innemen. In de meeste inrichtingen wordt met enige regelmaat ook vergeten medicijnen uit te delen.
De jeugdgevangenissen zijn in de ogen van de inspectie juist weer te voorzichtig als het gaat om gedwongen medicatie. De instellingen stoppen jongeren met een psychose liever in een isoleerruimte dan dat ze een medicijn geven. Terwijl lang opsluiten niet helpt en soms juist extra schade veroorzaakt. Bij het insluiten houdt het personeel zich te weinig aan de richtlijnen, bovendien bestaat onduidelijkheid wanneer wel of niet een arts of psychiater ingeschakeld moet worden.
Als gedwongen medicatie echt onontkoombaar is, plaatsen de jeugdgevangenissen de jongeren liever over naar de enige forensische observatie- en begeleidingsafdeling (FOBA) voor jeugdigen in Nederland. Deze FOBA in Spijkenisse heeft echter zelf te weinig geld en deskundigheid in huis, oordeelt de inspectie. Zo is er bijvoorbeeld niet 24 uur een verpleegkundige in huis en is de psychiater erg weinig aanwezig.
(Bron)

Geen opmerkingen: