Cubaanse zanger Ibrahim Ferrer overleden

HAVANNA - De Cubaanse zanger Ibrahim Ferrer is zaterdag overleden in de Cubaanse hoofdstad Havanna. Dat heeft zijn familie gezegd. Ferrer, die wereldfaam verwierf met de Buena Vista Social Club, werd 78 jaar. Ferrer was vorige maand nog te gast bij het North Sea Jazz Festival in Den Haag. Voor later dit jaar stonden ook concerten gepland in ons land.
Ferrer wordt waarschijnlijk maandag begraven, aldus het Spaanse persbureau EFE. Hij zou ziek zijn teruggekeerd van zijn Europese tournee en enkele dagen geleden met maagklachten in een ziekenhuis zijn beland.
Ferrer werd op 20 februari 1927 geboren in Santiago op Oost-Cuba. Zijn moeder overleed toen hij twaalf was en aangezien zijn vader niet in beeld was, moest de kleine Ibrahim zijn geld verdienen als straatzanger.
In 1941 begon hij al aan een professionele muzikale loopbaan bij de groep Jovenes del Sol. Zijn talent werd al snel onderkend en Ferrer stapte over naar destijds beroemde Cubaanse bands als Conjunto Sorpresa en Orquesta Chepin-Choven.
Ferrer kreeg begin jaren vijftig uiteindelijk de kans te werken met de grote bandleider Pacho Alonso. Hij verhuisde van Santiago naar de destijds cosmopolitische hoofdstad Havanna. Daar verzamelde hij een grote schare fans met zijn indringende stemgeluid en zijn emotionele uitvoering van Cubaanse liederen.
Het duurde tot de jaren negentig van de vorige eeuw voordat Ferrer ook bij het internationale publiek bekend werd. In 1996 verscheen A Toda Cuba le Gusta waarin hij speelt met de Afro-Cuban All Stars. De grote doorbraak was er vervolgens in 1999 met de Buena Vista Social Club, een documentaire over Cubaanse muzikanten op leeftijd gemaakt door de Duitse filmmaker Wim Wenders en de Amerikaanse muzikant-producent Ry Cooder.
De film en de cd uit 1997 die daaraan vooraf ging van de Buena Vista Social Club waren een muzikale sensatie en betekenden een grote internationale aandacht voor de unieke Cubaanse muziekcultuur. In 1999 produceerde Cooder de eerste solo-cd van Ferrer. Zijn tweede volgde in 2003, Buenos Hermanos.
(Bron)