Remsporen grootste wc-leed op werkvloer

ROTTERDAM - Bijna de helft (43 procent) van de Nederlanders ergert zich aan de remsporen van hun collega's. Ook rondslingerend toiletpapier vormt een grote bron van irritatie. Dat blijkt uit een onderzoek naar hygiëne op het werk, in opdracht van Glorix en uitgevoerd door Blauw Research. Dat liet een woordvoerster donderdag weten.
Voor het onderzoek zijn ongeveer 540 werknemers ondervraagd. En opvallend genoeg blijkt dat mannen zich vaker ergeren aan een vies toilet dan vrouwen. Nederlandse werknemers zitten gemiddeld 11 minuten per dag op de wc op hun werk. Mannen brengen er overigens minder tijd door dan vrouwen.
Erg prettig is die tijd op het toilet in veel gevallen kennelijk niet, concluderen de onderzoekers. "Bijna één op de vijf werknemers noemt het toilet op het werk (zeer) vies." Ergernissen zijn rondslingerend wc-papier, lege wc-rollen, stank en een gebrek aan toiletverfrissers.
De helft van de ondervraagden geeft aan dat het toilet op hun werk een stuk minder schoon is dan thuis. Een op de tien vrouwen vindt een openbaar toilet zelfs nog schoner dan de pot die op het werk staat.
Een falende spoelbak net na een grote boodschap is voor het merendeel van de Nederlanders het meest beschamende moment wat zij zich voor kunnen stellen, zo stellen de onderzoekers. "Wellicht speelt deze angst mee in het besluit van maar liefst vier op de tien vrouwen om hun grote boodschap op te houden tot thuis."
Andere genante momenten zijn het ontbreken van wc-papier en het vergeten van het vergrendelen van de wc-deur, waarna een collega binnenkomt. Verder blijkt dat mannen rustiger en meer ontspannen naar het toilet gaan dan vrouwen.
Tot slot melden de onderzoekers dat veel mensen het toilet zien als een baken van rust op het werk. Van de ondervraagden geeft 14 procent aan wel eens naar de wc te vluchten om een korte pauze te nemen. "Vrouwen scoren hierop hoger dan mannen. Een enkeling van de ondervraagden geeft aan zelfs wel eens een kort dutje te doen op de werkpot, een derde neemt af en toe een boekje mee", zo staat in het onderzoek.
(Bron)