Al tien jaar lang haal je een bepaald merk koekjes bij die ene super. En vandaag zit de prijs plots niet in de computer. De caissière roept een collega op, die niet komt. Ze roept nog eens, collega komt nog niet. Inmiddels ontstaat er achter me een rij, en waar ik normaal zeg: 'Laat maar', dacht ik nu: 'Tis niet mijn schuld dat ze de prijs niet weten en dat die collega - als altijd - eerst zijn gesprek afmaakt voor ie op de oproep van een collega reageert'.
Uiteindelijk gaat een andere collega kijken, en komt terug met de prijs - die ik ook al genoemd had, maar klanten moet je niet geloven.
Ik stop het pak koekjes in mijn tas, en de vrouw achter me, geblondeerde oma met tweepersoonskleinkinderwagen, rijdt venijnig tegen m'n hielen: 'Mag ik er even bij?', op zo'n tóón. Ik zeg: 'Als u heel even geduld heeft, ik ben zo weg', waarop de vrouw uitvalt: 'Jij hebt anders al heel wat van mijn tijd genomen!'
Ik ben verbaasd, leg nog netjes uit dat het niet aan mij ligt dat het lang duurde, maar aan de winkel, waarop ze wéér tegen me aanrijdt en ik dus zeker weet dat het geen ongelukje was. 'Loop door, anders loop ik door'- heng, weer die kinderwagen, waarin het oudste kind al bijna huilt. Ik word dwars en zeg dat ik nu zeker blijf staan tot ik helemaal klaar ben met inpakken, waarna zij 'fijntjes' opmerkt: 'Ik weet niet waar jij vroeger gewerkt hebt, maar het zal niet veel zijn geweest' (ofwel: je bent een hoer). Waarop ik eruit flap dat dat wel meevalt, dat ik in de psychiatrie werkte, met mensen zoals zij.
Als ik wegloop, hoor ik de rest van de rij hard lachen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten