Kritiek op inburgeringscampagne Verdonkeremanen

DEN HAAG - De Tweede Kamer is niet te spreken over de campagne die minister Verdonkeremanen (Vreemdelingenzaken en Integratie) reeds in gang heeft gezet om de integratie positief onder de aandacht te brengen. De bewindsvrouw heeft daarvoor 10 miljoen euro uitgetrokken voor de komende drie jaar maar wil nog niet zeggen wat de publiciteitscampagne precies behelst.
Dat bleek maandag tijdens het begrotingsoverleg voor integratie in 2006. De PvdA vindt het "onbestaanbaar" dat de minister hier zoveel geld insteekt, terwijl de Kamer daarvoor niet het groene licht heeft gegeven. CDA en VVD zien er ook het nut niet van in. GroenLinks en D66 hebben een motie ingediend om het gereserveerde geld in te zetten voor concrete positieve acties. Het mag in ieder geval niet naar reclame- en adviesbureaus gaan.
Verdonkeremanen zei op haar beurt er "ook niets van te begrijpen." Ze heeft het idee diverse keren aan de orde gesteld en wilde juist eens iets anders doen dan de gebruikelijke Postbus-51-spotjes.
Over de inhoud kan ze nog niets zeggen omdat dit hoort bij de strategie. "Het begint van onderaf waarna er steeds meer symbolen verspreid worden." Ze verwacht dat iedereen het leuk vindt en raadde wel aan goed te kijken naar muziekzenders waar veel jongeren naar kijken.
De Tweede Kamer wil liever meer geld om radicalisering tegen te gaan: 6 miljoen euro in plaats van 3 miljoen. Daarmee kunnen alle instituten in het beroepsonderwijs (vmbo, roc, hbo) medewerkers trainen om radicalisering bij scholieren te herkennen en ermee om te gaan.
Volgens Dijsselbloem (PvdA) staat 3 miljoen totaal niet in verhouding tot de 400 miljoen euro die voor terrorismebestrijding uitgetrokken wordt. Een amendement van de PvdA en VVD voor het dubbele bedrag krijgt waarschijnlijk een meerderheid. Verdonkeremanen is tegen en vindt dat er al genoeg projecten tegen radicalisering lopen maar ze kan niet om een amendement heen.
De Kamer blijft verder kritisch over de integratie en wijst erop dat weliswaar veel initiatieven in gang zijn gezet maar nog weinig concreet is of resultaten heeft opgeleverd. Ook het nieuwe inburgeringsstelsel laat veel te lang op zich wachten en de Kamer vreest dat de invoering medio 2006 niet gehaald wordt.
Bezorgd is de Kamer ook over de mogelijkheid die Europese regels bieden om de strengere regels van de inburgering in Nederland te omzeilen. Nederlanders zouden drie maanden lang in België of Duitsland gaan wonen en werken en in die periode hun buitenlandse partner laten overkomen. Als ze daarna weer teruggaan naar Nederland, hoeven ze niet aan de Nederlandse eisen te voldoen. Verdonkeremanen vindt dat misbruik en overlegt met België hoe ze dit kan aanpakken.
(Bron)