Stel, het is heel warm. En vochtig. En laat: al na twaalven, maar alleen al het idee 'bed' bezorgt je warme rillingen (zweetvariant op de koude).
Al met al is heel erg laat voor je slaapt, zeg een uur of half twee. Je signaleert nog net dat die ene kat toch weer gezellig bovenop je komt liggen, maar dat maakt in al die warmte eigenlijk niks uit.
Tot je wakker wordt, nog geen vier uur, en er mauwt iets buiten. Het klinkt vreemd, en de bovenopkat gaat zoefff naar buiten. Om terug te komen met iets, achtervolgd door haar boze broertje. Ze gaan héél snel weer naar buiten, waarna langdurig een akelig gekraak en geslobber klinkt. Even is het stil, waarna vreemd geschuifel te horen is, een hard maar abrupt afgebroken gepiep klinkt en je het gevoel krijgt dat alles op herhaling gaat, min het binnen-buitenrennen, maar inclusief het gekraak en geslobber...
Beide katten vertonen zich niet meer, en je kunt niet meer slapen.
Brak naar het werk, brak weer thuis - geen katten.
Totdat meneer kat binnenkomt en nadrukkelijk gaat staan draaien bij het bakje waarin soms zomaar ineens natvoer opduikt. Als het niet werkt, eet ie maar wat droge brokjes.
Maar mevrouw kat, meestal al binnen voor het raam helemaal open is, komt niet.
Een uurtje later komt de verklaring: ze komt binnen, drentelt wat, geeft één kopje, en kotst vervolgens hartstochtelijk over het tapijt. Vooral veel vocht. En twee aangevreten muizenstaarten...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten