VN waarschuwen voor humanitaire ramp Congo
GENEVE - In het oosten van de Democratische Republiek Congo (RDC) dreigt een humanitaire ramp. Door gevechten en gruweldaden zijn er dit jaar al meer dan 160.000 mensen op de vlucht geslagen. Hulpverleners hebben door de onveilige situatie maar beperkt toegang tot de vluchtelingenkampen.
Hierop heeft de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR vrijdag gewezen. Officieel is het sinds 2003 vrede in de RDC, na een jarenlange oorlog die aan circa 4 miljoen mensen het leven heeft gekost.
Maar met name in Noord-Kivu wordt nog steeds gevochten, vooral tussen door Tutsi's gedomineerde brigades van het regeringsleger en Hutu-rebellen uit Rwanda. Er wordt gemoord, verkracht en geplunderd.
Volgens de Unhcr worden in het oosten van Congo-Kinshasa hele dorpen platgebrand. Alleen al in de provincie Noord-Kivu zijn 650.000 mensen van huis en haard verdreven. De Unhcr heeft de hulp ingeroepen van de VN-vredesmacht Monuc om de ontheemden in de kampen bij te kunnen staan. Monuc is met 17.000 man momenteel de grootste VN-vredesmacht ter wereld.
Het Internationaal Strafhof (ICC) in Den Haag doet onderzoek naar oorlogsmisdaden in de RDC. De enige verdachte tot nu toe in handen van het ICC, Thomas Lubanga, is een Congolees. Zijn proces is nog in de voorbereidende fase en begint naar verwachting niet voor 2008. Hij is aangeklaagd wegens het ronselen en inzetten van kindsoldaten.
(Bron)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten