Compromis walvisjacht valt slecht

WASHINGTON - Een door de Internationale Walvisvaart Commissie (IWC) voorgesteld compromis lijkt niet goed te vallen bij een aantal landen.
Ook natuurbeschermers zijn niet tevreden over het voorstel, dat walvisjacht voor Japan, Noorwegen en IJsland de komende tien jaar mogelijk zou maken.
Het IWC zit al jaren in een spagaat omdat de drie landen gebruikmaken van mazen in het wereldwijde verbod op de walvisjacht sinds 1986.
Door de regels aan te passen hoopt het IWC de jacht op de walvissen beter in de hand te kunnen houden.
De landen die zich niet aan de regels houden, krijgen door het compromis beperkt toestemming om te jagen. Het aantal dieren dat gedood mag worden, ligt aanzienlijk lager dan het aantal dat de overheden zelf willen schieten.
Daardoor zouden de komende tien jaar volgens het IWC tussen vierduizend en 18.000 walvissen minder worden gedood.
Japan, dat naar eigen zeggen voor wetenschappelijk onderzoek op walvissen jaagt, heeft al laten weten niet veel te zien in het plan. Ook Australië en Nieuw-Zeeland, fervent tegenstanders van de walvisjacht, zijn niet blij.
Canberra wil helemaal geen jacht toestaan, Wellington wil dat het aantal walvissen dat Japan mag schieten, verder omlaaggaat.
Ook natuurbeschermingsorganisaties zijn tegen het compromis. Het Wereld Natuur Fonds ziet het voorstel als een stap achteruit.
''De voorgestelde quota zijn niet gebaseerd op wetenschappelijke feiten, maar op politieke onderhandelingen'', aldus Wendy Elliot van het WNF.
Ook Greenpeace is niet te spreken over het plan van het IWC.
Phil Kline van Greenpeace: ''Het lijkt een beetje op een bankovervaller die je maar niet opgepakt krijgt. Omdat we hem niet kunnen pakken, geven we hem maar een zak geld mee.''
De leden van het IWC bespreken het compromis in juni in Marokko.
(Bron)