Dreiging ordeverstoring volstaat voor arrestatie
ROTTERDAM - Groepen mensen die dreigen de openbare orde te verstoren, mogen worden opgepakt op basis van de Algemeen Plaatselijke Verordening (APV). Dat besloot de kantonrechter in Rotterdam maandag.
Een groep mag volgens de rechter worden aangehouden als een of meer personen zorgen voor een dreigend karakter van de groep. De politie moet bij dreiging meteen overgaan tot arrestaties. Als dit later gebeurt, moet de betrokkenheid bij de groep goed gedocumenteerd zijn.
Zeven mannen verschenen maandag voor de rechtbank, omdat zij op Koninginnedag 2004 zijn opgepakt voor samenscholen in het centrum van de stad. Volgens justitie gedroeg de groep mannen zich imponerend en luidruchtig. Toen een persoon in die groep riep "vanavond wordt het rellen", besloot de politie de gehele groep op te pakken.
Politie en justitie stoorden zich al langer aan het feit dat relschoppers pas opgepakt mochten worden nadat er iets aan de hand was. "Waarom moet er altijd eerst een confrontatie zijn", vroeg officier S. Verhoek zich tijdens de zitting af. "Met die vraag in ons achterhoofd hebben we nog eens goed gekeken naar de huidige wetgeving."
Uit dat beraad kwam een creatieve oplossing. Volgens het samenscholingsverbod mag de politie een groep mensen oppakken als minstens een persoon kwade bedoelingen heeft of zich dreigend gedraagt.
In dit geval leidde dat ertoe dat een groep voor de politie bekende raddraaiers nauwlettend in de gaten werd gehouden en werd opgepakt toen de situatie uit de hand dreigde te gaan lopen. "Het klopt dat zij niets hebben gedaan. Maar enkel het feit dat zij zich in een groep bevonden en dat hun gedrag mogelijk aanleiding gaf tot wanordelijkheden, is genoeg voor het overtreden van het verbod op samenscholing", stelde de officier.
De zaak tegen drie van de mannen werd aangehouden. Advocaat F. van Ardenne wilde getuigen horen om te achterhalen of de politie van te voren van plan was deze mannen op te pakken. Volgens de advocaat is het drietal opgepakt omdat zij voldeden aan de kenmerken die de politie hanteert voor zogeheten hit and run-groepen. Die groepen wakkeren rellen aan, waarna ze zich snel uit de voeten maken.
Volgens Van Ardenne waren deze arrestaties niet verricht als de mannen niet voldeden aan de kenmerken van de politie. De rechter wilde niet op deze stelling ingaan, omdat "we het alleen over de tenlastelegging hebben". De zaak zal pas volgend jaar voortgezet worden, als de gevraagde getuigen zijn verhoord.
Drie anderen werden door de rechter vrijgesproken. De mannen waren niet meteen opgepakt en hun betrokkenheid bij de groep was in het dossier niet nauw genoeg vastgelegd. Een 33-jarige man uit Heinenoord kreeg een boete van 90 euro. Van hem stond volgens de rechtbank vast dat hij zich in de groep bevond ten tijde van de dreigende gebeurtenissen.
Rotterdam zoekt vaker de grenzen van de wet in een poging de grootstedelijke problemen op te lossen. Zo was het preventief fouilleren in de Millinxbuurt al ingevoerd voordat daarvoor juridische gronden waren. Daarna werd Rotterdam teruggefloten omdat de politie gebiedsverboden voor een half jaar oplegde aan overlastgevers. Volgens de rechter was die periode te lang en moest die worden teruggebracht naar een maand.
Door het vonnis van de rechter maandag lijkt het erop dat Rotterdam dit keer aan de juiste kant van de juridische grens staat.
(Bron)
Dus nu is er een kruising van een samenscholingsverbod en een noodverordening, die standaard gelden, continu.
Zul je zien dat zoals meestal dit 'wapen' weer net tegen de verkeerde groepen ingezet gaat worden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten