woensdag, maart 24, 2010

'Ontslagbescherming laaggeschoolde beter'

DEN HAAG - De PvdA wil laaggeschoolde werknemers beter beschermen tegen ontslag dan hoger opgeleiden.
Volgens Tweede Kamerlid Roos Vermeij van de PvdA heeft kwetsbaar personeel aan de onderkant van de arbeidsmarkt meer zekerheid nodig, terwijl aan de bovenkant mensen flexibeler zijn en vaak zelf makkelijker van baan wisselen.
Dat zei Vermeij woensdag in een debat met demissionair minister Piet Hein Donner (Sociale Zaken) over de arbeidsmarkt. De CDA-bewindsman pleit al langer voor aanpassing van het ontslagrecht wegens de toenemende behoefte bij werkgevers aan flexibel personeel.
Het PvdA-Kamerlid zei daarover best te willen praten als ook onderscheid wordt gemaakt tussen de onderkant en bovenkant van de arbeidsmarkt.
Volgens Vermeij hebben laaggeschoolden veelal de slechter betaalde en meest onzekere banen. Deze groep komt na ontslag vaak ook moeilijker weer aan het werk en zou daarom juist meer bescherming moeten krijgen.
Terwijl van beter opgeleiden met een sterke positie op de arbeidsmarkt meer flexibiliteit gevraagd kan worden.
Waar precies de scheidslijn moet liggen tussen hoger en lager opgeleid en hoe de ontslagbescherming daarop aangepast moet worden, zei Vermeij nog niet te kunnen zeggen. Donner zei het met de PvdA eens te zijn dat rekening gehouden moet worden met de verschillen op de arbeidsmarkt.
Maar hij waarschuwde ook dat hoe meer bescherming bepaalde groepen krijgen tegen ontslag, hoe huiveriger werkgevers kunnen worden om ze in vaste dienst te nemen.
Volgens de minister moet ''een nieuw evenwicht tussen flexibiliteit en zekerheid'' gevonden worden. Het huidige systeem van ontslagrecht leidt nu te veel ''tot grote sommen geld ten behoeve van thuiszitten'', terwijl ontslagvergoedingen ook benut kunnen worden voor om- en bijscholing en het zoeken van een andere baan. Donner noemde dat ''een grote verspilling''.
De bewindsman zei dat nieuwe zekerheden gevonden moeten worden in bijvoorbeeld de ondersteuning bij het wisselen van baan. Zo pleit Donner al een tijd voor een ''wederzijdse scholingsplicht''.
Dat betekent dat werkgevers personeel de ruimte moeten bieden zich te oriƫnteren en te herscholen voor ander werk, maar dat werknemers ook bereid moeten zijn in zichzelf te investeren.
(Bron)

Donner kan wel waarschuwen, maar de meeste laagopgeleiden krijgen sowieso nooit een vast contract.

Geen opmerkingen: