Minder orgaandonaties na overlijden
LEIDEN - Na een opleving vorig jaar is het aantal orgaandonaties na overlijden in Nederland teruggevallen op het niveau van de jaren daarvoor.
In de eerste acht maanden van 2008 stonden 122 donoren na hun dood een of meer organen af. Dat is 35 donoren minder dan in dezelfde periode vorig jaar.
Dat blijkt uit cijfers van de Nederlandse Transplantatie Stichting. De bereidheid om bij leven een nier af te staan steeg.
In de eerste acht maanden van 2008 ontvingen 134 mensen dat orgaan van een nog levende bloedverwant. Dat was achttien (16 procent) meer dan het jaar daarvoor.
Niet-bloedverwanten schonken bij leven 145 nieren, 41 (39 procent) meer dan in de eerste acht maanden van 2007.
In 2007 waren er 257 mensen die na hun dood een of meer organen afstonden. Dat waren er 57 meer dan het jaar daarvoor. In de drie jaren daarvoor lag het aantal rond 220.
De stichting denkt dat de afname in de eerste acht maanden van 2008 het gevolg is van minder geschikte donoren. Ook heeft mogelijk een groeiend aantal nabestaanden toestemming geweigerd. Zij moeten een besluit nemen, als de overledene geen wilsbeschikking in het Donorregister heeft laten opnemen.
Uit de eerste voorlopige resultaten van een onderzoek van overledenen in 79 ziekenhuizen in Nederland blijkt dat in de eerste helft van 2008 het percentage weigeraars onder de nabestaanden tot circa 70 procent is gestegen en daarmee weer op het niveau van 2006 is.
Daardoor komen minder organen beschikbaar, want 60 procent van de bevolking boven 18 jaar heeft geen wilsbeschikking.
Een commissie onder leiding van oud-minister Jan Terlouw adviseerde dit jaar het systeem zo te veranderen dat iedereen donor wordt, tenzij hij expliciet heeft aangegeven dat hij zijn organen niet wil afstaan. Nog voor de commissie haar advies uitbracht, liet minister Ab Klink van Volksgezondheid weten het huidige systeem niet te willen wijzigen.
(Bron)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten