woensdag, maart 23, 2005

'Jaarlijks ten minste vijftig meisjes besneden'

DEN HAAG - Jaarlijks worden tenminste vijftig meisjes uit Nederland besneden. Dat heeft de Commissie Bestrijding Vrouwelijke Genitale Verminking becijferd op basis van enquêtes onder hulpverleners, artsen en scholen in Amsterdam en Tilburg. Het is niet duidelijk of en hoe vaak die strafbare besnijdenissen in Nederland plaatsvinden, of dat het gebeurt tijdens reizen naar het buitenland, blijkt uit het woensdag gepubliceerde onderzoek.
Wel blijkt dat het in Nederland minder vaak voorkomt dan in de landen van herkomst, zoals Somalië. Ook zijn de vormen van besnijdenissen hier minder gruwelijk. Meisjesbesnijdenissen worden vaak wegens godsdienstige motieven uitgevoerd.
Om ze te voorkomen, moet minister Hoogervorst (Volksgezondheid) zorgen dat kinderen vaker lichamelijk worden onderzocht om meisjesbesnijdenis en andere vormen van mishandeling te voorkomen. Daarom is het nodig een meldplicht in te stellen. Ook moet het werk van consultatiebureaus worden voortgezet met gedegen lichamelijk onderzoek van alle jongens en meisjes als ze 6, 9 en 13 jaar zijn.
Onderzoek van de externe geslachtsdelen moet daarvan deel uitmaken. Mishandeling en seksueel misbruik komen dan ook vaker aan het licht, denkt de commissie. De commissie is er niet voor alleen een specifieke groep te controleren, zoals de VVD voorstelde. De overheid heeft daarvoor geen bevoegdheden.
Meisjesbesnijdenis is in Nederland strafbaar, maar er is nog nooit vervolging ingesteld. Om de mogelijkheden voor vervolging te vergroten, moet de verjaringstermijn pas ingaan op 18-jarige leeftijd van het slachtoffer, vindt de commissie. Nu is dat op het moment van het misdrijf.
Verder adviseert het plan meisjesbesnijdenis als specifieke vorm van mishandeling op te nemen in het Wetboek van Strafrecht. Dat zal de ouders duidelijk maken dat meisjesbesnijdenis een misdrijf is. Om alle maatregelen mogelijk te maken, is een bedrag nodig van 10 tot 14 miljoen euro. Dat bedrag is vooral bestemd voor meer deskundigheid en uitbreiding bij de Jeugdgezondheidszorg en de Advies- en meldpunten Kindermishandeling.
(Bron)

Geen opmerkingen: