donderdag, juli 07, 2005

Dader zedenmisdrijf vaak jong

DEN HAAG - Kinderen onder de 12 jaar, die het slachtoffer zijn van een zedenmisdrijf, worden in meer dan de helft van de gevallen misbruikt door een minderjarige. Dat stelt J. Hendriks, hoofd afdeling jeugd van de forensische behandelkliniek De Waag in Den Haag. Hij is bezig met een onderzoek onder zeshonderd jeugdige zedendelinquenten, waarop hij in november hoopt te promoveren.
In De Waag, met zeven vestigingen door het land, worden jaarlijks vijftig tot honderd jongeren behandeld die een zedendelict hebben gepleegd. "Deze behandeling is zo succesvol, dat minder dan 10 procent opnieuw een zedenmisdrijf pleegt. Als recidive plaatsvindt, is dat meestal een ander delict, bijvoorbeeld diefstal", aldus Hendriks.
Jaarlijks maken zo'n negenhonderd jongeren tussen de 12 en 18 jaar zich schuldig aan seksueel misbruik met leeftijdsgenoten of jongere kinderen. De meeste slachtoffers, ongeveer vierhonderd, zijn jonger dan 12 jaar.
De onderzoeker heeft de jeugdige zedendeliquenten in drie groepen verdeeld: bijna 45 procent van de jongeren vergrijpt zich aan kleine kinderen, ruim 20 procent van de jongeren maakt zich schuldig aan aanranding of verkrachting van leeftijdsgenootjes en eenderde neemt deel aan groepsverkrachtingen. Het gaat in 95 procent om jongens en in 5 procent om meisjes die de zedenmisdrijven plegen. De daders komen uit alle lagen van de bevolking. Van hen is bijna 20 procent zelf het slachtoffer geweest van seksueel misbruik.
Hendriks heeft ontdekt dat de jeugdige daders veelal een grotere achterstand hebben in hun sociale emotionele ontwikkeling. "Ze hebbben vaak geen goede aansluiting met leeftijdsgenootjes en worden gepest. Daardoor trekken ze meer met jonge kinderen op. Daar voelen ze zich veiliger bij. En in zo'n contact kunnen seksuele gevoelens ontstaan."
Volgens Hendriks weten de jongeren "donders goed dat ze iets doen dat niet mag". "Ook omdat het misbruik in het geheim plaatsvindt." Na het delict hebben de jonge daders vooral medelijden met zichzelf en last van schaamtegevoelens. Pas later komen de schuldgevoelens en medelijden met het slachtoffer.
De ambulante behandeling in De Waag duurt gemiddeld zo'n anderhalf tot twee jaar en wordt meestal als bijzondere voorwaarde opgelegd, eventueel nadat die jongens een straf hebben uitgezeten. Hendriks: "Ze worden ook niet allemaal behandeld. Dat hangt af van de aard en de omvang van het misbruik en de sociale emotionele ontwikkeling van zo'n jongen."
De therapie bestaat meestal uit een wekelijkse groepstherapie met maximaal vijf mededaders. Hendriks is zelf de ontwikkelaar van de therapie geweest. Behandelcentra in andere landen, waaronder Belgiƫ, Duitsland en Zweden, passen de therapie ook toe.
(Bron)

Geen opmerkingen: