Meestal 'duurzame' baan na bijstand

DEN HAAG - Ruim acht op tien mensen die vanuit bijstand een baan hebben gevonden, zijn na een jaar nog steeds aan het werk. Daarmee is de uitstroom van bijstand naar werk meestal duurzaam.
Dat concludeert de Inspectie Werk en Inkomen (IWI) op basis van onderzoek dat staatssecretaris Jetta Klijnsma (Sociale Zaken) dinsdag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.
De IWI heeft voor het onderzoek de bijstandgegevens van de vier grote steden, Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht, gebruikt.
In het eerste jaar dat mensen de uitkering ontvangen, stromen de meesten ook weer uit de bijstand. In het eerste jaar wordt ongeveer de helft uitgeschreven. Daarna halveert de uitstroom.
Bijna 40 procent van de mensen die de bijstand verlaat, heeft een baan gevonden. Andere redenen voor uitstroom zijn het krijgen van een andere uitkering of een vermogen, waardoor het recht op bijstand vervalt.
Ook wordt de uitkering beëindigd, omdat mensen overlijden, op hun 65e in de AOW terechtkomen, in de gevangenis belanden of geen informatie willen verstrekken.
Relatief veel mensen in de bijstand die een baan vinden en die ook weten te behouden, behoren tot de meest kansrijke groep van de uitkeringsgerechtigden.
Volgens de IWI moeten gemeenten nauwkeuriger gaan bepalen wie ze in de bijstand hulp gaan bieden om aan het werk te komen.
Bijna de helft van de uitkeringsgerechtigden in de vier grote steden krijgt een zogeheten re-integratietraject. Van de personen die duurzaam aan de slag zijn gekomen, heeft 55 procent via een traject met onder meer scholing gevolgd.
Maar het is onduidelijk of deze mensen dankzij het re-integratietraject aan het werk zijn geholpen of dat het hen ook wel op eigen kracht was gelukt.
(Bron)

Het 'Werk loont!'-project in Utrecht stelt in elk geval niks voor.