woensdag, december 17, 2003

Nieuwe proef met extra lange vrachtwagens

DEN HAAG - Minister Peijs (Verkeer) zet een tweede proef met extra lange en zware vrachtwagens door. Vanaf begin volgend jaar zullen op de Nederlandse snelwegen maximaal driehonderd vrachtwagens ('ecocombi's') van 25,25 meter en 60 ton rondrijden.
Een eerste proef, tussen december 2000 en juni 2003, leverde slechts vier deelnemers op, omdat er strenge voorwaarden golden. Zo mochten de combi's op trajecten van hooguit 50 kilometer rijden. Bovendien moest het vervoer aansluiten op het spoor of havens om die sectoren te ontzien.
De minister heeft besloten de voorwaarden aan te passen, zodat er meer vrachtwagens kunnen deelnemen. Zo worden de effecten van het rijden met deze combi's duidelijker, liet het ministerie woensdag weten.
Er geldt geen beperking meer op de ritafstand en aansluitingen. Verder mag in de ochtendspits worden gereden. De wagens mogen steden niet in, maar wel bedrijfsterreinen aandoen aan de rand van de stad. Er gelden verder strengere eisen voor chauffeurs. Buiten de snelwegen mogen bedrijven op tien, in overleg met het ministerie, te kiezen trajecten (per bedrijf) van maximaal 20 kilometer rijden.
Het inzetten van zulke lange vrachtwagens is volgens het ministerie goed tegen de files en voor het milieu. Uit de eerste proef bleek dat het brandstofverbuik lager kan worden, minder kooldioxide vrijkomt en minder wordt gereden. De supertrucks zijn ook niet onveiliger dan gewone combinaties.
De tweede proef gaat in maart van start en zal tot 1 november 2006 lopen. Verladersorganisatie EVO en de vervoerders van Transport en Logistiek Nederland (TLN) reageren positief. Volgens een TLN-woordvoerster leidt het gebruik van de wagens niet tot meer vervoersbewegingen, zoals milieuorganisaties stellen, maar tot efficiënter vrachtveroer. "Er kan meer vervoerd worden in één ecocombi." Er is ook geen sprake van dat "de ene sector profiteert ten koste van de andere". Feit is dat spoorvervoerders, de binnenvaart en haventerminalbedrijven geen voorstander zijn van de vervolgproef.
(Bron)

Geen opmerkingen: