Onaangedane Mohammed B. zwijgt en glimlacht
AMSTERDAM - Gekleed in een zwarte djellaba en zijn hoofd getooid met een Palestijnse sjaal, betrad Mohammed B. maandag het extra beveiligde gerechtsgebouw in Amsterdam-Osdorp. De man die heeft gezegd verantwoordelijk te zijn voor de dood van filmmaker van Theo van Gogh, werd gedwongen zijn rechtszaak bij te wonen.
Zoals verwacht bleef B. maandag zwijgen voor de rechters. Hij meldde alleen dat hij niets wilde toevoegen aan wat zijn advocaat mr. P. Plasman had gezegd. Die voerde aan dat zijn cliënt zichzelf niet wenst te verdedigen. De rechtbank sprak daar haar verbazing en ongenoegen over uit. Plasman herhaalde zijn eerdere mededeling dat B. de volledige verantwoordelijkheid voor zijn handelen op 2 november vorig jaar wil nemen. Toen bracht hij Van Gogh om met messteken en kogelschoten.
De rechtbank las maandag passages voor uit opmerkingen die B. heeft gemaakt tegenover de politie en in afgeluisterde telefoongesprekken met bekenden. Daaruit bleek dat B. de doodstraf had gewild. "Ik zweer bij God. Als ze de doodstraf hadden, zou ik erom smeken. Sukkels." Hij zei dat in een telefoongesprek met zijn broer Hassan op 19 januari. In een ander gesprek zei hij tegen hem: "Ja, ik wist waar ik mee bezig was. Ik heb hem geslacht." En daarbij lachte hij, voegde rechtbankvoorzitter U. Bentinck eraan toe. Ook had hij gezegd dat het om een terroristische actie ging.
Leden van het arrestatieteam die de gewonde B. na de moord naar het ziekenhuis begeleidden, vertelden B. dat hij geluk had gehad dat hij niet was doodgeschoten. "Dat was juist de bedoeling", had B. toen geantwoord.
De moord op Van Gogh was een aanval op de politieke ideeën en identiteit van VVD-Tweede-Kamerlid Ayaan Hirsi Ali. Zij kwam door de moord "helemaal klem" te zitten, zo vertelde zij de politie op 24 januari, toen zij over de moord op Van Gogh werd gehoord.
"Wat er met Van Gogh is gebeurd, was voor mij bedoeld", aldus Hirsi Ali tegen de politie. Volgens haar wilde de moordenaar laten zien wat haar te wachten stond. "Kijk maar, zo doen we het, zo gaat het."
De moordenaar van Van Gogh stak met een mes een "Open brief aan Hirsi Ali" op diens lichaam. Daarin wordt de politica omstandig met de dood bedreigd. Ook andere politieke kopstukken, zoals de Amsterdamse burgemeester Cohen en diens wethouder Aboutaleb, moeten het in dat geschrift ontgelden.
Hirsi Ali werd vóór 2 november, de dag van de moord, al beveiligd. Na de moord veranderde haar leven op slag: de beveiliging werd opgeschroefd tot 24 uur per dag. Zij werd vrijwel iedere dag naar een ander onderkomen gebracht, naar zogeheten safehouses. Emotioneel en psychisch waren deze omstandigheden zeer belastend voor het Kamerlid, zo heeft zij de politie voorgehouden.
Het Openbaar Ministerie heeft Mohammed B. beschuldigd van het belemmeren van Hirsi Ali in haar werkzaamheden als Kamerlid. Op dat misdrijf staat maximaal een levenslange gevangenisstraf.
Maandag blijft de verdachte onbewogen in de rechtszaal, alsof hij er niet echt bij is, alsof het niet over hem gaat. Hij plukt aan zijn baard, bestudeert zijn nagels of masseert zijn vingers. Een enkele keer verschijnt er een flauwe glimlach op zijn bebrilde gezicht.
B. bekijkt zijn rechters, maar niet met interesse. Ook als er gruwelijke details van de moord besproken worden, blijft B. volslagen onaangedaan, ondersteunt hij zijn hoofd met zijn hand en verraadt zijn blik in elk geval het begin van verveling. Voor Mohammed B. gaat de zaak-Mohammed B. niet over Mohammed B. Af en toe maakt hij een aantekening, met de vulling van een ballpoint. Het harde omhulsel mag hij vermoedelijk niet in zijn bezit hebben, omdat dat als wapen te gebruiken zou zijn.
Niets wijst er maandag op dat B. zijn beroep op zijn zwijgrecht nog zal wijzigen. Op de vraag of de zwijgzame houding van B. te maken heeft met zijn (islamitische) geloofsovertuiging, zei Plasman niets te kunnen zeggen. Ook B. wilde daar geen uitlatingen over doen. Rechtbankvoorzitter U. Bentinck merkte wel op dat hij B. bij die vraag "knikkend zag glimlachen".
De oudste rechter, mr. Diemer, zei het onbegrijpelijk te vinden dat B. enerzijds met zijn rug naar de rechtsorde toe gaat zitten, terwijl hij er tegelijkertijd ook gebruik van maakt. "U bent er met huid en haar ingedompeld, de rechtsorde maakt u zo vrij mogelijk", aldus Diemer. B. glimlachte daarop andermaal. "Ik denk dat Plasman heel duidelijk is. Ik heb daar niets aan toe te voegen", aldus B. Diemer noemde de verdachte niet principieel, maar opportunistisch.
Bijzonder hoogleraar in het recht van de islam en het Midden-Oosten aan de Universiteit van Amsterdam R. Peters, zei op vragen van de rechtbank dat de proceshouding van B. hem niet verbaast. Peters heeft in opdracht van het OM talrijke geschriften en vertalingen van B. bestudeerd. De uitkomsten daarvan komen later aan bod.
Toch is de houding van B. ten aanzien van de erkenning van de rechtbank niet in overeenstemming met de heersende opvatting van de islam, stelde Peters. "Maar B. die hier discussie over voerde met vrienden, kiest voor de harde lijn", aldus Peters.
(Bron)
Hij wordt toerekeningsvatbaar beschouwd.
Misschien moet ie gewoon ouderwets verbannen worden, naar Iran of zo.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten