AIVD: onderzoek jongeren
DEN HAAG - De Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) hield in 2004 een aantal bevolkingsgroepen extra in het vizier. Een overzicht uit het jaarverslag.
MAROKKAANSE JONGEREN:
De AIVD constateerde in het afgelopen jaar een verdere religieuze radicalisering van moslimjongeren van Marokkaanse komaf. Jongeren tussen de vijftien en 25 blijken ontvankelijk voor een ultraorthodoxe interpretatie van de islam. Ze trekken zich het lot van moslims in Irak, in de Palestijnse Gebieden en in Tsjetsjenië persoonlijk aan. Dit leidt tot een radicale, zogeheten salafistische, interpretatie van de islam. Ook door hun situatie in Nederland voelen Marokkaanse jongeren zich achtergesteld.
TURKSE JONGEREN:
Dat salafistisch gedachtegoed vond vorig jaar voor het eerst ook opgang onder Turkse jongeren. Radicalisering onder Turken in Nederland is een nieuw fenomeen. Volgens de AIVD gaat het om enkele tientallen Turken die het salafisme hebben omarmd. Vanwege de dreiging van het salafisme wordt het onderzoek naar deze personen voortgezet en geïntensiveerd, aldus het jaarverslag.
Er zijn ook Turken die zich aansloten bij andere radicaal-islamitische organisaties als de IBDA-C, de Turkse Hezbollah, de Kaplan-beweging en de Hizb-ut-Tahrir.
LONSDALE-JONGEREN:
De subcultuur van blanke Nederlandse jongeren die vijandig staan tegenover allochtonen, ontbreekt het nog aan een politieke ideologie en een strakke organisatie. Wel waren sommige van deze zogenoemde 'Lonsdale-jongeren' betrokken bij brandstichtingen bij islamitische instellingen. Volgens de AIVD heeft georganiseerd extreem-rechts nog nauwelijks succes gehad met rekrutering onder Lonsdale-jongeren. Wel vreest de dienst een verdere polarisatie onder de jongeren die volgens AIVD-chef Van Hulst "een bedreiging voor de cohesie van de samenleving" kan vormen.
LINKS-ACTIVISME:
De buitenwereld verwachtte veel van links-activisten en de anti-globaliseringsbeweging in 2004, aldus het jaarverslag. Vooral het Nederlands voorzitterschap van de Europese Unie (eind vorig jaar) had gepaard moeten gaan met allerlei activiteiten vanuit de links-activistische hoek. De AIVD constateert: "Niets bleek minder waar: er gebeurde zo goed als niets. In 2004 werd allengs duidelijk dat activistisch links in Nederland in toenemende mate, en bijna over de gehele linie, te maken kreeg met een groeiende moedeloosheid en lethargie."
(Bron)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten