Wetenschapper vindt rattenbestrijding gruwelijk

WAGENINGEN - De bestrijding van ratten en muizen is gruwelijk en wreed. Terwijl wetenschappers in onderzoekslaboratoria de knaagdiertjes zo ethisch mogelijk behandelen, brengen particulieren muizen en ratten op een langzame en zeer pijnlijke manier om het leven.
Dat stelt de Wageningse wetenschapper Bastiaan Meerburg, die onderzoek heeft gedaan naar knaagdierenbestrijding op boerderijen. Meerburg heeft over zijn onderzoek gepubliceerd in het internationale wetenschappelijke tijdschrift Pest Management Science.
Volgens Meerburg treft de kleine knaagdieren een lot dat veel gruwelijker is dan dat van vleesvarkens en -koeien of van laboratoriumdieren.
Tot in de jaren zestig was er een bestrijdingsmiddel in de handel dat ratten en muizen onmiddellijk doodde. Dat middel werd verboden omdat het voor kleine kinderen en huisdieren te gevaarlijk was. Sindsdien zijn volgens Meerburg zogenoemde rodenticiden de meest gebruikte verdelgingsmiddelen.
"Ratten en muizen moeten meer porties van dit middel eten om eraan te sterven. Het veroorzaakt bloedingen in hun darmen. Het duurt zes tot zeven dagen voor de dood intreedt en ondertussen blijven de dieren het gif eten. Het is heel wreed", aldus de wetenschapper.
Meerburg wil dat particulieren en boeren alternatieve bestrijdingsmethoden gaan gebruiken. Veehouders zouden bijvoorbeeld roofvogelkasten kunnen ophangen op hun erf, aangezien roofvogels de knaagdieren opeten.
Er moeten betere vallen in de handel komen, die de ratten en muizen ineens doden. Maar het is volgens hem vooral belangrijk dat mensen aan preventie doen: er ontstaan geen plagen als de omgeving schoon is en de voorraden voedsel goed worden afgedekt.
(Bron)