vrijdag, november 16, 2012

Eten, dik en dun zijn en de redenen ervan, in ons voedselwonderland

Eten, dik en dun zijn en de redenen ervan, in ons voedselwonderland

Waarom worden zoveel mensen te dik? En waarom lijken sommige mensen nooit aan te komen, wat ze ook eten? Waarom helpen diëten nooit langdurig, en wat moeten we dan als we toch gewicht kwijt willen? Waar lopen dikkerds in onze maatschappij tegenaan?
Iedereen weet wel dat het verstandig is om boodschappen te doen mét een lijstje en zonder dat je al trek of honger hebt. Maar wie is zich echt bewust van alle verleidingen in de supermarkt? De auteurs - een psycholoog en een bioloog - lopen met een specialist op dit gebied door een winkel en nemen de proef op de som.
Wat is honger eigenlijk? En hoe en wanneer voel je je verzadigd? Dat verzadigingsgevoel blijkt angstaanjagend makkelijk te foppen, blijkt uit vele, soms hilarische onderzoeken.
Dik word je als je teveel eet, is het algemeen heersende idee. Dat klopt, maar alleen teveel eten is niet voldoende. Je moet óók de juiste (of misschien de 'verkeerde') genen hebben, en de bijbehorende darmbacteriën. De omgeving met een overvloedig voedselaanbod is voor ons allemaal geregeld - en niet op de beste manier: een broodje halen terwijl je winkelt is makkelijk, maar voor een appel moet je al flink meer moeite doen.
Dik zijn is je eigen schuld, nog zo'n idee. Maar in het boek wordt duidelijk omschreven dat het niet altijd meevalt de goede keuzes te maken uit het enorme aanbod van voedsel, en dat gezond eten duurder is dan ongezond eten.
De auteurs hebben ook uitgezocht wat de beste optie is als je blijvend gewicht kwijt wilt. Het kan wel, als je het maar heel rustig aan doet en er veel tijd voor neemt. Dat lijkt heel simpel, maar vereist wel verandering van gewoontes, en valt dus niet mee.
Dikke mensen worden gestigmatiseerd, en deels ten onrechte: wie dik is, is niet per definitie ongezond (of ongedisciplineerd), zoals een dun persoon niet per definitie gezond (of gedisciplineerd) is.
In Amerika blijken te magere vrouwen het meest te verdienen, en dikkere vrouwen het minst. Opvallend genoeg verdienen dikkere mannen over het algemeen meer dan magere mannen. (Zijn de 'dikkerds' misschien vooral de kantoormannen? Dat staat er niet bij.)
In tv-series zijn de (te) slanke vrouwen de sexy vrouwen, de 'dikkerds' zijn degenen waar je mee of om kunt lachen. Bij artikelen over obesitas zie je erg vaak een foto van een dik lijf, het hoofd valt buiten de foto.
Het boek sluit af met een hoofdstuk 'Wat nu?', met een overzicht van mogelijke manieren om gezonder te (laten) kiezen. Een fruitkorting? Een vettaks? Het stoplichtsysteem? Dat zal van de overheid moeten komen. Zelf kun je ook wat doen: koop niet wat je niet nodig hebt, eet aan tafel terwijl je niets anders doet, eet van kleinere borden. Het lijkt zo logisch, maar pas het maar eens toe – het werkt.
Kort samengevat: een zeer toegankelijk boek in heldere hoofdstukken, prettig leesbaar en met humor geschreven, barstensvol met nieuwste inzichten.
Het boek bevat veel verwijzingen naar onderzoeken, allemaal met duidelijke voorbeelden en bronnen. Een aanrader!