donderdag, juli 17, 2014

Treinen

Misschien klinkt het raar, in elk geval reageren mensen er soms raar op. Ik woon in een wijk grenzend aan een spoorweg. Dat heeft z'n voordelen, hoewel het altijd sneller is om de bus naar Centraal te nemen dan om op het wijkstation de trein te nemen, maar er zit voor mij nog een heel specifiek voordeel aan.
Met dit weer staat het raam open, en dan hoor ik de treinen langskomen, vooral in de avond en nacht, als het verder stil is.
Thuis hadden we een auto, en ik zat niet zo vaak in de trein - een paar keer per jaar, als mijn moeder en ik naar de grote stad gingen om bijvoorbeeld schoenen te kopen. De trein was iets spannends en iets magisch, je kon zomaar instappen en eigenlijk overal heen. De vader van een buurmeisje werkte 'bij het spoor', en zij gingen elk jaar met de trein op vakantie, naar Italië bijvoorbeeld. Dat klonk voor mij als heel ver weg en als een compleet avontuur.
Er was een korte periode dat ik reizen per trein eng vond: rondom de Molukse kapingen, want omdat er in ons stadje veel Molukkers woonden, stapte er ook altijd wel een Molukker in, destijds standaard met een indrukwekkend afrokapsel. Als bang kind keek ik dan altijd goed naar wat ze bij zich hadden. Het nieuws rond de treinen en de school had veel indruk gemaakt, en in die tijd was de Molukse wijk naast ons zo ongeveer afgegrendeld door soldaten. Maar die onrust en de angst verdween langzaam en de trein werd weer iets magisch.
Als ik dus een trein hoor langskomen, droom ik weg: waar zou ie heen gaan? Is het een goederentrein, die je de hele nacht hoort doorrijden, vol met van alles en nog wat? (Toen ik zelf bij ProRail werkte, heb ik me eens verdiept in de coderingen op die treinen zodat ik al snel wist wat er vervoerd werd als ik die plaatjes op de wagons kon zien.) Of is het een internationale trein, vol mensen onderweg naar zaken, vakantie, familie, vrienden? Waarbij ik terugdenk aan m'n eigen Interrailreis in '92, toen ik in Utrecht opstapte en letterlijk overal heen kon, net zoals m'n pet stond. Ik treinde door Duitsland, Denemarken, Zweden, Noorwegen, heel even door Finland, ik zakte af naar toen nog Tsjechoslowakije, Oostenrijk en strandde in Venetië toen ik struikelde. Anders had ik nog een stuk Italië gedaan of misschien wel Griekenland, ik kon nog een week reizen. Zomaar op de bonnefooi rondreizen per trein, gemengd met veel veerboten: ik was gelukkig. En iets daarvan komt altijd terug als ik nu in die zoele nachten een trein hoor rijden.