donderdag, juni 07, 2012

Er gebeurt van alles in de tuin. Ik ben met een langzame massamoord bezig - als je een plaat van 70x50 cm omdraait en er zitten 83 naaktslakken op de onderkant, die allemaal vooral die planten eten die jij ook wilt eten of waarvan je de bloemen wilt zien, dan wordt het tijd voor maatregelen. Sommig onkruid is verwijderd, ander spul mag blijven staan (voorlopig!).

Nog steeds krijg ik 'hulp' van Tom. Door zijn eerdere hulp waren zaailingen geplet, waarop ik het een en ander fabriekte op de zaaibak. Dat werkte: Tom ging er keurig náást liggen. En nu, ach, nu zijn die bakjes zo zeiknat, daar gaat een fatsoenlijke kat niet bovenop liggen. Dacht ik. Maar meneer broedt weer:

Tom broedt verder, op kletsnatte grond


Alchemilla mollis, vrouwenmantel, met een vliegje. Mollis betekent zacht, en hier kun je zien waarom: het blad heeft veel heel fijne haartjes, die ook druppels dauw en regen vasthouden:

Vrouwenmantelblad met vliegje, goed te zien waarom ditt zachte vrouwenmantel wordt genoemd


Glanshaver, vroeger Frans raaigras, Arrhenatherum elatius. Een 'gewoon' wild gras, 50 tot 150 cm hoog, ook in cultuur met bont blad. Ik vind het een prachtig gras en heb het dan ook bewust uitgezaaid in m'n tuin.

Glanshaver, voorheen Frans raaigras


Geel nagelkruid, Geum urbanum, is spontaan opgedoken in de tuin. Een bosrandplant die zich laat vervoeren door dieren: aan de zaadjes zitten kleine weerhaakjes, zodat ze aan vachten blijven zitten.

Geel nagelkruid, Geum urbanum, bloem en vruchtje

Blad Geum urbanum


Er zijn ook leuke dieren in de tuin, zoals de Pisaura mirabilis ofwel de kraamwebspin. Het lijfje van deze spin wordt maximaal 15 mm groot, dus met poten en al lijkt het heel wat. Zoals bij meer soorten spinnen gaat het voortplanten hier wat omslachtig
Een verstandige meneer kraamwebspin vangt eerst een flinke prooi, en verpakt die keurig in spinsel voor hij het als cadeautje aan de dame aanbiedt. Dat klinkt attent, romantisch misschien zelfs, maar feitelijk is het vooral eigenbelang. Zolang zij bezig is met uitpakken en verslinden van de prooi, kan hij zijn gang gaan. Gaat er iets mis, dan verandert meneer zelf in een prooi zodra hij klaar is en zich uit de voetjes wil maken. Moeders moet tenslotte kracht opdoen om eitjes te leggen.
Die eitjes verzamelt ze in een cocon. Sommige spinnen verstoppen die cocon in een plant, een web, een holletje - de kraamwebspin loopt ermee rond. Niet zoals andere soorten onder haar buik, maar ze houdt 'm vast met haar kaken. Dat eet lastig, een extra reden om tevoren flink energie op te slaan. Als de eitjes bijna uitkomen, hangt ze de cocon in een webje. (Er zijn ook spinnensoorten die nadat de eitjes zijn uitgekomen, nog een tijdje rondwandelen met alle jonkies op hun rug! Zie bijvoorbeeld het verhaal en de foto's over de wolfspin hier.)

Pisaura mirabilis, kraamwebspin, met eicocon


De astilbe die ik vorig jaar kreeg, heeft het duidelijk naar z'n zin:

Astilbe doet het goed


Nog een aanwaaier, naast de gewone melkdistel, is de Lapsana communis ofwel akkerkool. Een 'onkruid', maar ik vind het op zich geen lelijke plant: vrij ijl, wuivend in de wind maar toch stevig, kleine gele bloemetjes. Hij staat op dezelfde plekken als de melkdistel en is ook een indicatorsoort voor verstoorde, vochtige, voedselrijke grond.

Lapsana communis, akkerkool, blad

Lapsana communis bloem


Tot slot. Iemand schreef op Twitter dat er al peulen in haar erwten hingen. Ik ging eens kijken, want ik had al wel een tijdje bloemen gezien, maar ik zag nog steeds bloemen. En jawel! Oogst! Weet iemand een recept met 3 erwten? Of zal ik ze eerlijk delen met Tom en Tijger, allemaal één?

Doperwt

Geen opmerkingen: