maandag, januari 11, 2016

RIP David Bowie

Inherent aan ouder worden: die helden die je ontdekte in je puberteit, en toen pakweg 20 jaar ouder waren dan jijzelf, zijn als je 45, 50 bent intussen 65, 70. En dan is het niet heel erg uitzonderlijk als mensen overlijden. Maar het zou niet moeten mogen - die mensen waren er altijd. Daar ben je mee opgegroeid, je leerde andere muzikanten en andere stijlen kennen als ze eens uitstapjes maakten of misschien zelf altijd andere stijlen gebruikten. Het eerste nummer van Bowie dat ik oppikte, was Heroes. Ik was 10 en ik vond het eigenlijk een klereherrie. De disco-achtige periode daarna vond ik niks, maar intussen had ik al wel zijn oudere werk ontdekt: zijn eerste hit was net zo oud als ikzelf (wat op zich al een schok is: dat die mensen al minstens zo lang bezig zijn als jijzelf bestáát - als egocentrische puber bijna niet te bevatten dat er leven was voor je er zelf was). Under Pressure week af, was opvallend anders. Ik was 14 en rende naar de platenzaak. Ik kocht ook een verzamelalbum. Wat daarna kwam, Let's Dance, vond ik wel aardig maar sprak me niet aan. China Girl vond (en vind) ik heel erg niet leuk. Dancing in the Street getuigde van humor. Na Tin Machine raakte Bowie een beetje uit zicht bij mij, tot 2013 - Where Are We Now vond ik weer ouderwets intrigerend, typisch Bowie: altijd anders dan verwacht. En onlangs Blackstar, op zijn verjaardag. Het voelt nu aan als totaal geregisseerd: met je laatste krachten een album uitbrengen, reacties meepikken, en wegwezen.
Nu moeten wij verder zonder Bowie. Maar gelukkig hebben we zijn kunst nog, in alle vormen, en de herinneringen.
Als er een hemel is, hebben ze daar inmiddels een heel aardig huisbandje.

Geen opmerkingen: